Bosch EPS 205 Originalbetriebsanleitung Seite 227

5.4.3 CRI-testafloop
!
Geen beschadigde, en/of sterk gecorrodeerde com-
ponenten testen!
Afb. 39: Principeweergave aansluiting CRI
1 Testaansluiting voor retourhoeveelheid en adapter met terugslagklep
2 Testaansluiting voor injectiehoeveelheid met ingangsfilter
3 Elektrische aansluitbus
4 Injectiekamer
5 CRI
6 Aansluitadapter
7 Hogedrukslang
i
Bij externe injectoren de toebehorenset 1687010399
(speciale toebehoren) gebruiken.
i
De voorwaarden waarmee bij het testen en instel-
len van CRI/CRIN rekening moet worden gehou-
den, staan vermeld in de testhandleiding voor CRI/
CRIN in ESI[tronic] 2.0. Deze testhandleidingen
maken geen deel uit van de leveringsomvang.
ESI[tronic] 2.0 kan niet op de EPS 205 worden
geïnstalleerd.
Robert Bosch GmbH
Handelwijze:
1. CRI reinigen (zie Hfdst. 5.3).
i
Injectiekamer (afb. 39, pos. 4) pas na de "Leak test"
op de CRI monteren.
2. CRI (afb. 39, pos. 5) op spanklem (afb. 3, pos. 3)
bevestigen.
!
Om verdraaiing en slijtage te voorkomen, de hoge-
drukslang niet direct op de CRI aansluiten.
3. Hogedrukslang met aansluitadapter (afb. 39,
pos. 6, 7) op CRI aansluiten.
!
De aansluitadapter moet met een aanhaalmoment
van 25 Nm tot 30 Nm worden aangehaald. Wanneer
de verbinding tussen aansluitadapter en CRI ondicht
is, mag de schroefverbinding niet steviger worden
aangehaald. Bij ondichtheid de verbinding weer ope-
nen, het afdichtvlak reinigen en de aansluitadapter
opnieuw met het juiste aanhaalmoment aansluiten.
4. Adapter met terugslagklep bij Bosch CRI in de
"Testaansluiting voor retourhoeveelheid" (afb. 39,
pos. 1) steken.
458881-262_Ko
!
Bij CRI van externe leveranciers moet de adapter
met terugslagklep niet worden gebruikt.
5. Slangleiding 1 680 712 287 op de retour van Bosch
CRI en op de adapter met terugslagklep of bij CRI
van externe leveranciers op "Testaansluiting voor
retourhoeveelheid" (afb. 39, pos. 1) van de EPS 205
aansluiten.
6. Injectorspecifieke adapterkabel (1 684 465 841,
1 684 465 842) op CRI en de "elektrische aansluit-
bus" (afb. 39, pos. 3) aansluiten.
!
Injectorspecifieke adapterkabel zodanig installeren
dat deze de hete slangleidingen niet aanraakt.
7. Ingangsfilter in de "testaansluiting voor de injectie-
hoeveelheid" steken (afb. 39, pos. 2).
8. Sluit de beschermkap.
9. Test uitvoeren.
i
Na de "Leak test" moet de injectiekamer op
de component gemonteerd en de slangleiding
1 680 712 362 aan de snelkoppeling van de injectie-
kamer (afb. 39, pos. 4) en via de ingangsfilter op de
"Testaansluiting voor injectiehoeveelheid" (afb. 39,
pos. 2) worden aangesloten.
i
De test van de CRI is in de online-help beschreven.
Bediening | EPS 205 | 227
|
1 689 989 185
nl
2018-03-24