Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Externe Besturingssystemen (Programmeerapparaten); Patiëntenidentificatiekaart - Medtronic 37601 Handbuch

Neurostimulationssysteme
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 75
leiden tot ongewenste stimulatie die een onaangename stimulatie of vreemde
gewaarwordingen kan veroorzaken.
Opmerking: Geïnduceerde stimulatie kan zelfs optreden als er alleen een
geleidingsdraad of verlengkabel is geïmplanteerd (d.w.z. achtergelaten systeem).

Externe besturingssystemen (programmeerapparaten)

Voor DBS-systemen van Medtronic kan een extern besturingssysteem (d.w.z.
artsenprogrammeerapparaten en sommige patiëntenbesturingssystemen) worden
gebruikt om voorafgaand aan een MRI-scan het modelnummer van de neurostimulator te
bevestigen, de impedantie te controleren, de therapie uit te schakelen of
geprogrammeerde instellingen te wijzigen, of om de MRI-modus in te stellen. Met alle
patiëntenprogrammeerapparaten kunnen de therapie-instellingen voorafgaand aan een
MRI-scan worden afgesteld op de therapie-instellingen die staan aangegeven in het MRI-
compatibiliteitsrapport.
Als een programmeerapparaat niet kan communiceren met de neurostimulator of als de
neurostimulator het eind van zijn functionele levensduur heeft bereikt (EOS), kan de
MRI-scancompatibiliteit niet worden vastgesteld. Een MRI-scan mag uitsluitend worden
uitgevoerd wanneer de configuratie van het geïmplanteerde systeem bekend is en is
vastgesteld dat een MRI-scan veilig is onder specifieke voorwaarden.
Opmerking: Raadpleeg de DBS-artsenprogrammeerhandleiding (bv. Model A610) of de
patiëntenhandleiding (bv. Model A620) voor instructies over het gebruik van de MRI-
workflow, het aanmaken van een door de software gegenereerd MRI-
compatibiliteitsrapport en het activeren van de MRI-modus.
Raadpleeg de handleiding bij de desbetreffende artsenprogrammeerapparaatsoftware
voor meer informatie over de bediening van het artsenprogrammeerapparaat. Raadpleeg
de handleiding van het betreffende patiëntenprogrammeerapparaat of de
therapieregelaar voor informatie over de bediening van een patiëntenbesturingssysteem.
Patiëntenidentificatiekaart
Instrueer de patiënt om altijd de recentste patiëntenidentificatiekaart mee te nemen naar
een MRI-afspraak. Het MRI-personeel kan dan op basis van de
patiëntenidentificatiekaart vaststellen dat Medtronic de fabrikant is van het
neurostimulatiesysteem van de patiënt en wat het model- en serienummer van de
geïmplanteerde neurostimulator is.
Opmerking: Adviseer patiënten met meerdere geïmplanteerde neurostimulatoren om al
hun huidige patiëntenidentificatiekaarten mee te brengen naar hun MRI-afspraken.
124 Nederlands MRI-richtlijnen voor DBS-systemen van Medtronic 37601 37602 37603 37612 B35200 
2020-01-01

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

376023760337612

Inhaltsverzeichnis