Instelling In Heen-En-Weer Modus - Acteon Endocenter Benutzerhandbuch

Opmerkingen
Instellingen: Raadpleeg de instructies van de fabrikant van de vijl om het bijbehorende toerental en koppel in te stellen
(www.satelec.com/documents).
Voorzorgsmaatregelen tijdens gebruik
 Verplaats het apparaat niet tijdens gebruik.
 Handstukken mogen alleen bevestigd worden wanneer de motor stilstaat.
 Raak vijlen of andere tips nooit aan als deze nog draaien.
 Haal de stroomkabel van de micromotor niet los als het apparaat aan staat en het bedieningspedaal is ingedrukt.
 Haal geen instrumenten los van het hoekstuk en zet ze ook niet op terwijl de micromotor loopt.
Na afronden van de tandheelkundige verrichting
1. Zet het apparaat uit.
2. Verwijder het instrument dat bevestigd is op het hoekstuk als deze gebruikt is.
3. Koppel het hoekstuk af van de micromotor
4. Desinfecteer en steriliseer het hoekstuk en de vijlen (zoals vermeld door de fabrikant). Reinig en ontsmet het apparaat en de
accessoires.

5.4. INSTELLING IN HEEN-EN-WEER MODUS

IJken van de koppel
1. Selecteer "Reciprocating" met de toets MODE of het multifunctionele bedieningspedaal (Fig. 4.1).
2. Sluit het hoekstuk aan op de micromotor.
3. Stel de reductieverhouding in afhankelijk van het hoekstuk en ijk de koppel door te drukken op de Calib. toets.
Programma's:
Net als bij de draaiende beweging kent de heen-en-weer beweging 5 programma's die vooraf als volgt zijn ingesteld:
- Reductieverhouding: 16:1
- Toerental 250 Rpm
- Hoek vooruit: 30°
- Hoek achteruit: 150°
- Debiet: 0
RECIPROCATING - P1
Ratio: 16:1
Rpm: 250
Opmerkingen
De gegeven parameters zijn ook in dit geval slechts voorbeelden. Om onnodig risico te voorkomen dient u zich aan de door de fabrikant van
de gebruikte draaiende instrumenten en de door de fabrikant van "hoekstukken" aanbevolen snelheden te houden
(www.satelec.com/documents).
De eerste rij toont:
 de gebruikte MODUS en het Programma
De tweede rij toont:
 De reductieverhouding van het hoekstuk (links)
 Hoek vooruit in graden (rechts)
De derde rij toont:
 De gebruikte snelheid in Rpm (links)
 Hoek achteruit in graden (rechts)
De vierde rij toont:
 Debiet (rechts)
Om een parameter zoals, Reductieverhouding, Rpm, Vooruit, Achteruit en Pomp in te stellen:
 Druk op de bijbehorende toets (zie Fig.3)
 Stel de waarde in met de "+"en "-" toetsen
 Druk nogmaals op de bijbehorende toets om te bevestigen
 De hoekparameters lopen van 10 tot 360° met stappen van 5°.
FWD°: 30
REV°: 150
Pump: 0
113