Batterijen En Accu´s - Reely Wave Crusher H2O Bedienungsanleitung

Motor startet, geht aber wieder Kraftstofftank ist leer
aus
Kraftstoffleitung, Luftfilter oder Auspuff verstopft
Vergaser nicht richtig eingestellt
Motor überhitzt
Motor läuft nicht rund, spricht Falsche oder kaputte Glühkerze
schlecht an
Falscher oder alter Treibstoff
Schmutziger Luftfilter
Gemisch zu fett
Leerlaufgemisch zu mager
Leerlaufgemisch zu fett
Nebenluft wird über Treibstoffleitung oder Motor angesaugt
Zu geringer Druck von der Auspuff-Leitung
Motor wird zu heiß Gemisch zu mager
Kein oder zu wenig Wasser im Ausgleichsbehälter des Kühlsy-
stems
Falscher Treibstoff
Motordrehzahl geht nicht zurück Drosselanschlagschraube ist verstellt.
Motor zieht Nebenluft
Einer oder mehrere Dichtringe am Vergaser sind defekt
26
Kraftstofftank füllen
Verstopfte Teile reinigen, ggf. auswechseln
Leerlauf und Hauptdüsennadel neu einstellen
Überprüfen Sie die Temperatur. Über 150°C muss das Kraftstoff-
gemisch angereichert werden.
Überprüfen Sie, ob die Räder sich frei bewegen können.
Setzen Sie die erforderliche Glühkerze ein
Füllen Sie den vorschriftsmäßigen Treibstoff ein
Waschen Sie diesen, dann benützen Sie Luftfilteröl
Verstellen Sie die Hauptdüsennadel zu einem magereren Gemisch
Setzen Sie die Leerlauf-Gemischregulierschraube auf die werksei-
tige Einstellung zurück
Setzen Sie die Leerlauf-Gemischregulierschraube auf die werksei-
tige Einstellung zurück
Prüfen/ersetzen Sie die Treibstoffschläuche und/oder ziehen Sie
alle Motorschrauben an
Auspuff-Leitung überprüfen und ggf. erneuern
Verstellen Sie die Hauptdüsennadel zu einem fetteren Gemisch
Füllen Sie sauberes, kaltes Wasser ein.
Verwenden Sie nur RC-Car-Treibstoff
Setzen Sie die Drosselanschlagschraube auf die werkseitige Ein-
stellung zurück
Prüfen und ziehen Sie alle Motorschrauben nach
Tauschen Sie die defekten Dichtringe aus
• U mag het modelvoertuig enkel met een lege tank transporteren! U moet de tank ook ledigen als u meerdere dagen niet zult rijden.
• Gebruik enkel geschikte reservoirs voor het transport van de brandstof.
• De brandstof kan lak en rubber onderdelen aantasten en beschadigen.
• Lege brandstofreservoirs en brandstofresten horen bij het KCA.
• Gooi brandstofreservoirs niet in vuur!
c) Het rijden
• Voor de start:
Controleer alle schroefverbindingen en wielmoeren.
Zorg ervoor dat zowel de accu´s van zowel zender als ontvanger volledig opgeladen zijn.
Zet de pistoolgreep op de afstandsbediening in de neutraalstand. Laat hierbij de bedieningshendel voor de rijfunctie en het draaiwiel voor het sturen los.
Schakel nu de afstandsbediening in en vervolgens de ontvanger.
• Rijd nooit als uw reactievermogen verminderd is (bv. door vermoeidheid of beïnvloeding door medicijnen of alcohol). Verkeerde reacties kunnen zware letsels
en schade tot gevolg hebben.
• Rijd niet in een groep mensen of naar personen of dieren toe!
• Houd steeds direct zichtcontact met uw modelvoertuig! Rijd niet ´s nachts.
• Rijd nooit op terreinen die toegankelijk zijn voor het openbare wegverkeer! Houd rekening met eventuele voorschriften en bepalingen voor het terrein.
• Rijd niet in afgesloten ruimtes!
• Rijd nooit zonder luchtfilter!
• Controleer regelmatig alle schroefverbindingen en bevestigingen aangezien deze door de trillingen van de motor tijdens het rijden kunnen losraken.
• Voorkom langdurig rijden op lagere snelheid. Motor en koppeling kunnen door ontbrekende rijwindkoeling oververhit raken.
• Vermijd het rijden bij zeer lage buitentemperaturen. Het kunststof van de carrosserie verliest dan zijn elasticiteit zodat ook kleinere botsingen tot breuken
kunnen leiden.
d) Radiografische afstandsbediening
• Controleer voor de start de reikwijdte van uw afstandsbedieningssysteem.
• Let op de aanduiding voor de laadtoestand van de accu´s (batterijen) van uw afstandsbediening! Zwakke of lege accu´s (resp. batterijen) kunnen ervoor
zorgen dat u de controle over uw modelvoertuig verliest.
• Schroef de zenderantenne goed vast en trek deze volledig uit. Als de antenne niet geheel is uitgetrokken, zal de reikwijdte van de afstandsbediening
verminderen.
• Controleer voor het starten van de motor of de gas/remservo op stationair staat.
• Controleer terwijl het voertuig stilstaat of de servo´s zoals verwacht op de signalen van de afstandsbediening reageren.
• Maak losse kabels en te lange kabels met dunne kabelbinders vast. Zorg vooral dat de kabels op geen enkele plaats in onderdelen terecht kunnen komen die
bewegen.
• Controleer of niemand anders in de omgeving op uw frequentie zendt. Stoorsignalen op dezelfde frequentie kunnen ervoor zorgen dat u de controle over uw
modelvoertuig verliest. Ook bij het gebruik van meerdere modulatiesoorten (FM, PPM, AM, PCM) mag niet dezelfde frequentie gebruikt worden.
• Rijd niet onder hoogspanningsleidingen en zendmasten.
• Rijd niet bij onweer! Atmosferische storingen kunnen de signalen van uw zender beïnvloeden.
• Rijd niet door water, nat gras, modder of sneeuw en als het regent. De componenten van de RC-installatie zijn niet waterdicht!
• Laat steeds de zender en de ontvanger ingeschakeld terwijl de motor draait.
• Uitschakelen: eerst de motor, dan de ontvanger en pas als laatste de zender uitschakelen.
e) Batterijen en accu´s
• Verwijder de ontvangeraccu als u het product langere tijd niet gebruikt.
• U mag nooit oplaadbare accu´s en droge batterijen door elkaar gebruiken.
• U mag geen volle en halflege accu´s (batterijen) of accu´s met verschillende capaciteit door elkaar gebruiken. Anders kunnen de zwakkere accu´s (batterijen)
of accu´s met de lagere capaciteit diep ontladen en lekken.
• Probeer nooit droge batterijen op te laden. Explosiegevaar!
• Lege batterijen resp. defecte / niet meer oplaadbare accu's dienen volgens de voorschriften te worden weggegooid (zie hoofdstuk "Afvalverwijdering").
83