Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Demping Instellen - Reely RAMBO Racing 7.5 RTR Bedienungsanleitung

4wd gp buggy 1:6
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

6.
Set-Up
b)

Demping instellen

De veerelementen van de vierwielvering van het chassis bestaan telkens uit een
schroefveer waarin zich in het centrum een hydraulische schokdemper bevindt.
De acht hydraulische schokdempers, telkens twee aan elke kant voor en achter,
zijn aan de onderste wieldraagarmen en boven aan de „demperbrug" op de diffe-
rentieelhuizen bevestigd. De schroefveren steunen boven tegen een schroefring
(3) op de buitenstang van de schokdemper en op een schotel aan het onderste
einde van de zuigerstang. De inveerweg van de zuigerstangen wordt door silico-
nen manchetten onderaan op de zuigerstang beperkt.
Het verdraaien van de schroefring naar boven ontlast de veer. Verdraaien naar
beneden verhoogt de voorspanning van de veer.
Op deze wijze kan de voorspanning van de veren op fijne wijze ingesteld worden
in overeenstemming met de ondergrond en de rijstijl.
Een lage voorspanning van de veer laat het chassis onder zijn eigen gewicht die-
per zakken, een hardere instelling tilt het chassis naar boven. Op die manier kan
dus ook een zekere hogere/lagere wegligging van het chassis bereikt worden (dus de bodemvrijheid ingesteld worden).
Met de instelling van de demping wordt niet alleen de capaciteit van het modelvoertuig beïnvloed om bodemoneffenheden op te vangen,
maar wordt ook het bochtgedrag beïnvloed. Dat noemen we „overstuurd" en „onderstuurd" rijgedrag.
Onderstuurd rijgedrag:
Het modelvoertuig laat zich moeilijk om de bochten sturen, „schuift" over de voorwielen naar buiten (te veel tractie van de achteras of te weinig tractie
van de gestuurde vooras).
Als tegenmaatregel moet de demping achteraan harder (of vooraan zachter) ingesteld worden.
Overstuurd rijgedrag:
Het voertuig „trekt" in de bochten, de achterkant vertoont neiging tot overstuur (te weinig tractie van de achteras of te veel tractie van de gestuurde
vooras).
Als tegenmaatregel moet de demping achteraan zachter (of vooraan harder) ingesteld worden.
Een overstuurd of onderstuurd rijgedrag kan ook het gevolg zijn van een ongelijkmatige dwarsstabiliteit van de voor- en achteras door een foute instel-
ling van de wielvlucht.
Als basisinstelling moet de vooras ca. 5 mm lager liggen dan de achteras!
Controleer de werking van de schokdempers:
-
Hef het model aan de achteras naar boven en laat het vallen.
-
Het model mag niet tot het eindpunt inveren en slechts één keer
uitveren zonder na te trillen!
-
Controleer de schokdempers van de vooras op dezelfde wijze.
Voorspanning van de veren instellen
-
Voorspanning verhogen
Schroefring op de buitenstang van de schokdemper met de klok mee
draaien.
-
Voorspanning verlagen
Oogschroef op de buitenstang van de schokdemper tegen de klok in
draaien.
Tuning
De in de schokbrekers van de X-Factor gebruikte olie is prima geschikt voor de meeste toepassingen. Via de keuze van de schokdemperolie kan de
dempingskarakteristiek worden beïnvloed. Op overwegend gladde oppervlakken is een taai vloeibare olie (hoge viscositeit) aanbevolen.
Op ruw terrein daarentegen is een dun vloeibare olie (lage viscositeit) aangewezen.
Gebruik geen motorolie. We adviseren in principe alleen een zuivere silicon-schokdemperolie te gebruiken.
Voor de verdere optimalisatie van de dempingseigenschappen bieden wij u siliconenolie voor de schokdempers met verschil-
lende viscositeiten aan in ons assortiment accessoires!
© REELY 05/08
© REELY 05/08
(1)
(2)
(3)
117
117

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis