Waarschuwingen; Voorzorgsmaatregelen; Nl - Nederlands - Codman DirectLink ICP Gebrauchsanleitung

Codman
®
DirectLink ICP-Module
®
Gebruikershandleiding
BELANGRIJK:
Lees de gehele gebruikershandleiding voordat u deze
eenheid gaat bedienen.
Beschrijving
De DirectLink ® ICP-module (zie Figuur 1) is een rechtstreekse
interface als verbinding tussen de CODMAN MICROSENSOR
ICP-transductoren en een patiëntmonitor aan het bed,
waarmee de gebruiker
• de ICP-sensor op nul kan zetten
• kalibratiesignalen voor nulreferentie naar de monitor aan
het bed van de patiënt kan zenden
• de ICP-metingen naar de monitor aan het bed van de
patiënt kan zenden om de metingen op het scherm
te zien en voor opslag/verwerking van gegevens-
verwerking
De module wordt via de aansluiting op de patiëntmonitor
van stroom voorzien. Het gebruik van een patientmonitor
interfacekabel is hiervoor noodzakelijk. Raadpleeg Aanbevolen
accessoires en informatie hoe u die bestelt of neem contact op
met uw vertegenwoordiger van Integra om de geschikte kabel
te bestellen.
Bij de module wordt een DirectLink ICP-verlengkabel met een
lengte van 3 meter (catalogusnummer 82-6840) meegeleverd.
Opmerkingen:
In deze handleiding zijn de begrippen transductor en sensor
door elkaar gebruikt.
Het begrip ICP betekent intracraniële druk.
Indicaties
De DirectLink-module is bedoeld om te worden gebruikt
om een aansluiting tot stand te brengen tussen Codman
intracraniële-druksensoren en een beschikbaar invasief
invoerkanaal voor de bloeddrukmeting van selecte,
in de handel via externe leveranciers verkrijgbare
patiëntmonitorsystemen voor aan het bed.
Contra-indicaties
Op dit moment zijn er geen contra-indicaties bekend.
Gebruikersprofiel
De DirectLink ICP-module is ontwikkeld om te worden gebruikt
door deskundig opgeleid medisch personeel in een ziekenhuis
of intensieve care omgeving.

WAARSCHUWINGEN

De DirectLink-module en alle eraan verbonden kabels zijn MRI-
onveilig Vermijd het om de DirectLink-module of de kabels in
een MRI-omgeving te brengen.
De DirectLink-module en de eraan verbonden kabels moeten
tijdens een CT, of een andere beeldopnametechniek op basis van
röntgenstraling, uit de buurt van bronnen van röntgenstraling
worden geplaatst. Door blootstelling aan röntgenstraling
ontstaat mogelijk schade aan de geheugenfunctie waarin de
basisnullijn van de transductor is opgeslagen.
Verbreek de aansluiting tussen de DirectLink-module en de ICP-
sensor, voordat elektrochirurgie wordt toegepast of voordat een
defribillator wordt gebruikt. De ICP-drukmetingen zijn mogelijk
onnauwkeurig indien deze apparatuur simultaan wordt gebruikt
met radiofrequente (RF) elektrochirurgische apparatuur of een
defibrillator.
Modificaties aan de module zijn niet toegestaan. Niet
goedgekeurde modificaties aan de module kunnen storingen in
de werking veroorzaken waardoor de patiënt ernstig letsel kan
®
oplopen.
Haal de module niet uit elkaar, om het risico van schade aan
het interne circuit te beperken. Neem voor een vervangend
onderdeel, indien nodig, contact op met uw vertegenwoordiger
van Integra.
Gebruik de DirectLink-module niet met enige andere
transductor (sensor), verlengkabels van de ICP-sensor, of
patientmonitor interfacekabel, behalve die beschreven zijn
in de Aanbevolen accessoires en informatie hoe u die bestelt,
genoemde transductors.
Gebruik de DirectLink-module uitsluitend voor patientmonitors
die voldoen aan de specificaties die beschreven zijn in
Aanbevolen specificaties voor externe patientmonitors.
Houdt u tijdens het kalibreren aan de handleiding voor de
patiëntmonitor.
Volg de handleiding van de CODMAN MICROSENSOR ICP-
transductor. Gebruik een bij het hanteren van de transductor
een steriele techniek.

VOORZORGSMAATREGELEN

Controleer alle aansluitingen routinematig. Gebruik ze niet als ze
zijn beschadigd.
De connectoren voor zowel de interfacekabel van de
patientmonitor interfacekabel als de ICP-verlengkabel moeten
op de juiste wijze zijn uitgelijnd met met de stopcontacten van
de DirectLink-module, voordat u deze onderdelen in elkaar
steekt. De connector NIET VERDRAAIEN wanneer deze er al
gedeeltelijk is ingestoken. Wanneer de connector op die manier
wordt verdraaid, raken de pinnen beschadigd hetgeen tot een
slechte werking van het product kan leiden.
Wanneer een transductor eenmaal op nul is gezet, wordt de
nulwaarde opgeslagen in het geheugen van de DirectLink-
module. Nadat de aansluiting tijdelijk is onderbroken, moet
de patiënt opnieuw op de oorspronkelijke DirectLink-module
worden aangesloten, die ook, voordat deze werd geïmplanteerd,
voor het op nul stellen van de sensor is gebruikt. Wordt de
oorspronkelijke module niet opnieuw aangesloten, dan gaat de
basisnullijn van de transductor verloren wat tot onnauwkeurige
ICP-metingen leidt.
19
NL – NEDERLANDS