Aanbevolen Reinigingsintervallen Voor Sensoren In Standaard Pompen; Vereiste Reinigingsintervallen Voor Sensoren In Explosieveilige Pompen; Inspectie; De Waaierspeling Bijstellen - Grundfos SL1 AUTOADAPT Serie Montage- Und Betriebsanleitung

11.1 Aanbevolen reinigingsintervallen voor
sensoren in standaard pompen
Zie paragraaf 11.6 Reinigen van de sensoren
de reiniging van sensoren.
Afvalwater dat
Afvalwater dat droog vast
vet bevat materiaal of
vezels bevat
3 maanden 6 maanden
11.2 Vereiste reinigingsintervallen voor
sensoren in explosieveilige pompen
Zie paragraaf 11.6 Reinigen van de sensoren
de reiniging van sensoren.
Afvalwater dat
Afvalwater dat droog vast
vet bevat materiaal of
vezels bevat
3 maanden 6 maanden

11.3 Inspectie

Waarschuwing
Met uitzondering van service aan de pom-
ponderdelen moet alle andere service wor-
den uitgevoerd door Grundfos of een door
Grundfos erkend servicebedrijf en zijn
goedgekeurd voor onderhoud van explo-
sieveilige producten.
Inspecteer pompen die normaal in bedrijf zijn elke
3000 bedrijfsuren of ten minste eenmaal per jaar. Als
het gehalte aan droge vaste stof van de verpompte
vloeistof erg hoog is, of als de vloeistof zanderig is,
controleer de pomp dan met kortere intervallen.
Controleer de volgende punten:
• Elektriciteitsverbruik
Zie paragraaf 4.1 Typeplaatje.
• Oliepeil en -kwaliteit
Als de pomp nieuw is of als de asafdichtingen
vervangen zijn, dan moet het oliepeil na één
week in bedrijf gecontroleerd worden.
Gebruik Shell Ondina X420 olie, of een vergelijk-
baar type. Zie paragraaf
Gebruikte olie dient in overeenstemming
N.B.
met de lokale voorschriften te worden
afgevoerd.
De tabel geeft aan hoeveel olie de oliekamer van de
pompen moet bevatten:
Pomptype
Alle typen
334
voor
Afvalwater
zonder vet,
droog vast
materiaal of
vezels
12 maanden
voor
Afvalwater
zonder vet,
droog vast
materiaal of
vezels
6 maanden
11.8 Olie verversen.
Hoeveelheid olie in
oliekamer [l]
0,17
• Sensoren
Zie paragraaf 11.6 Reinigen van de sensoren
voor de reiniging van sensoren.
• Kabeldoorvoer
Zorg ervoor dat de kabeldoorvoer waterdicht is
en dat er geen scherpe knikken of beknellingen
in de kabels zitten. Zie paragraaf
11.9 Servicesets.
• Pomponderdelen
Controleer de waaier en het pomphuis op eventu-
ele slijtage. Vervang de defecte onderdelen. Zie
paragraaf 11.9 Servicesets.
• Kogellagers
Controleer de as op geluid of op zwaar lopen
(door de as met de hand te draaien). Vervang
defecte kogellagers.
Een algehele revisie van de pomp is doorgaans
vereist in geval van defecte kogellagers of een
slecht werkende motor. Deze werkzaamheden
moeten worden uitgevoerd door Grundfos of een
door Grundfos erkend servicebedrijf.

11.4 De waaierspeling bijstellen

De SLV pompen (SuperVortex) met halfopen waaier
hebben geen bijstelling van de waaier nodig.
SL1 pompen
Voor positienummers, zie pagina 550.
Ga als volgt te werk:
1. Draai de borgbouten los (pos. 188b).
2. Draai de stelbouten (pos. 189) los en druk op de
slijtageplaat (pos. 162) totdat deze de waaier
raakt.
3. Draai de stelbouten zodanig vast dat de slijtage-
plaat nog steeds de waaier raakt. Draai dan alle
stelbouten ongeveer een halve keer losser.
Zorg ervoor dat de waaier vrij kan draaien
Voorzichtig
zonder de slijtageplaat te raken.
4. Draai de borgbouten vast.
5. Draai de waaier met de hand om te controleren of
deze niet de slijtageplaat raakt.
Zie ook paragraaf 11.5 Reinigen van het
Afb. 14 Pomp bekeken vanaf inlaatzijde
pomphuis.