Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

3M EZ-Line Bedienungsanleitung Seite 25

Horizontal lifeline system
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 14
3.0
INSTALLATIE
;
Installatie van de DBI-SALA EZ-Line horizontale reddingslijn dient plaats te vinden onder toezicht van een
gekwalificeerd persoon
wordt aan de criteria voor een gecertificeerde verankering, of dat het systeem in staat is om de potentiële krachten die
teweeg zouden kunnen worden gebracht tijdens een val op te vangen.
6
7
3.1
PLANNING: Plan uw valbeveiligingssysteem voordat u de EZ-Line horizontale reddingslijn plaatst. Let op alle factoren die
uw veiligheid kunnen beïnvloeden vóór, gedurende en na afloop van een val. Neem alle eisen, beperkingen en specificaties
die in Sectie 2 en Tabel 1 zijn gedefinieerd in beschouwing.
3.2
OVERWEGINGEN VOORAFGAAND AAN DE INSTALLATIE: Het EZ-Line Horizontale Reddingslijnsysteem (Horizontal
Lifeline System, HLL) is bedoeld als een tijdelijke horizontale reddingslijn die teruggetrokken wordt in een ombouw voor
makkelijke opslag en draagbaarheid. Het HLL is ontworpen voor gebruik als een verankeringsmiddel voor één of twee
persoonlijke valopvangsystemen (personal fall arrest systems, PFAS) volgens EN 355 (schokdempende vallijn) of volgens
EN 360 (automatisch teruglopende reddingslijn—zie de lijst van modellen die wij op de laatste pagina van deze instructie
aanbevelen) of voor belemmeringssubsysteem volgens EN 354. De horizontale reddingslijn is getest in overeenstemming
met EN 795 Klasse C. Het systeem moet worden verwijderd uit het werkgebied wanneer het niet langer vereist is.
• Beide verankeringen moeten op ongeveer hetzelfde niveau worden geïnstalleerd, zodat het horizontale
reddingslijnsysteem niet schuiner afloopt dan 15°.
• Structurele verankeringspunten moeten vormvast zijn en in staat zijn om minimaal 22,2 kN (5.000 Engelse ponden) te
ondersteunen langs de as van de horizontale reddingslijn. Verankeringen moet ook ten minste 16,0 kN (3.600 Engelse
ponden) kunnen ondersteunen, toegepast in alle potentiële richtingen van valopvang die loodrecht op de as van de
horizontale reddingslijn staan. (Zie afbeelding 3)
;
Verankeringen moeten van een vormvast type zijn. Grote vervormingen van de verankeringen zullen invloed
hebben op de systeemprestatie en kunnen de vereiste valspeling onder het systeem verhogen, wat ernstige
verwondingen of de dood tot gevolg kan hebben.
;
Beide uiteinden van de reddingslijn moeten in geval van gebruik stevig bevestigd zijn aan geschikte ankers. Bevestig
nooit het einde van de reddingslijn aan een harnasgordel om deze te gebruiken op de wijze van een lier of takel.
• De maximale horizontale reddingslijnoverspanning is 18,2 m (60 ft.). De overspanningslengte moet worden
gereduceerd wanneer de valspeling beperkt is.
• Het horizontale reddingslijnsysteem (HLL) moet worden geplaatst op een niveau dat een vrije val minimaliseert, terwijl
een zo groot mogelijk gebruiksgemak behouden blijft.
• De aansluitende subsysteemlengte moet zo kort mogelijk worden gehouden, om een potentiële vrije val en de vereiste
spelingsafstand te reduceren.
• Bij het gebruik van een energieabsorberende vallijn voor de aansluiting met het systeem, moeten de
eindverankeringen op een hoogte worden geplaatst die de vrije val begrenst tot 1,8 m (6 ft.).
• Bij het gebruik van een valstopapparaat (SRL) voor verbinding aan het systeem, moeten de eindverankeringen boven
de gebruiker worden geplaatst. De SRL moet, wanneer deze volledig ingetrokken is, boven het aansluitniveau van de
harnasgordel zijn.
• Elk persoonlijk aansluitend subsysteem moet de valopvangkrachten beperken tot 6,0 kN (1.350 lbs.).
• Als er twee personen met de HLL zijn verbonden, buigt het systeem af wanneer een persoon valt terwijl deze
verbonden is met de HLL. Als twee personen op dezelfde HLL aangesloten zijn, en één persoon valt, kan de tweede
persoon van het werkoppervlak worden getrokken als gevolg van doorbuiging. De potentiële mogelijkheid voor de
tweede persoon om te vallen neemt toe als de HLL-overspanningslengte groter wordt. Het gebruik van onafhankelijke
HLL-systemen voor elke persoon of een kortere overspanningslengte wordt aanbevolen om de kans dat de tweede
persoon valt te minimaliseren
3.3
INSTALLATIE VAN DE EZ-LINE HORIZONTALE REDDINGSLIJN
1.
Stap 1. (Zie afbeelding 2) Controleer of de volgende onderdelen aanwezig zijn en in goede staat verkeren: ombouw
(B), reddingslijn (A), twee karabiners (D en E), impactindicator (G).
2.
Bepaal de locaties van de eindverankeringen (E) en evalueer hun sterkte in overeenstemming met de belasting, zoals
gespecificeerd in afbeelding 3. Bepaal de vereiste vrije val aan de hand van de volgende berekeningen:
DBI-SALA schokdempende lijnen: Afbeelding 8 berekent de vrije val-vereisten (FC) voor één gebruiker (Tabel
4.1) en twee gebruikers (Tabel 4.2). (Voorbeeld: Twee gebruikers kiezen om het systeem op schokdempende lijnen
aan te sluiten. Als de overspanningslengte tussen eindverankeringen (E) 12,2 m is, gebruik dan tabel 4.3 voor het
opzoeken van de letter die overeenkomt met die lengte, in dit geval "D." Als de lijnlengte (G) 1,5 m is, gebruik dan
tabel 4.4 voor het opzoeken van de letter die overeenkomt met die lengte, in dit geval "Y." Met behulp van tabel
4.2 en letters "D" en "Y" zoekt u het nummer waar de twee letters samenkomen, in dit geval 6,7 m. De vrije val is
6,7 m voor twee gebruikers die zijn aangesloten op het systeem.)
DBI-SALA zelfintrekbare reddingslijn: Afbeelding 9 berekent de vrije val-vereisten (FC) voor één gebruiker
(Tabel 5.1) en twee gebruikers (Tabel 5.2). (Voorbeeld: Eén gebruiker kiest ervoor om verbinding te maken met
het systeem met een zelfintrekbare reddingslijn. Als de overspanningslengte tussen eindverankeringen (E) 6,1 m
is, gebruik dan tabel 5.3 voor het opzoeken van de letter die overeenkomt met die lengte, in dit geval "B." Om de
vrije val (F) voor één gebruiker te bepalen, zie tabel 5,1 en kijk bij het nummer naast "B" in dit geval 2,4 m. De
vrije val is 2,4 m voor één gebruiker aangesloten op het systeem.)
;
Waarden die staan vermeld in tabellen voor de vrije val omvatten een vrije val van 1 m.
6  Gekwalificeerd persoon:
persoon moet in staat zijn tot het ontwerpen, analyseren, evalueren en specificeren van producten op het gebied van valbeveiliging.
. De installatie dient te worden gecertificeerd door een deskundige die aangeeft dat voldaan
1
Een persoon met een erkende graad of een professioneel certificaat en uitgebreide ervaring op het gebied van valbeveiliging. Deze
25

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis