3M EZ-Line Bedienungsanleitung Seite 23

1.0 TOEPASSING VAN HET PRODUCT
NL
1.1 DOEL: Deze verankeringssystemen met horizontale reddingslijnen (HLL) bieden meerdere verankeringsconnectorpunten
voor een persoonlijk systeem voor valbescherming (PFAS) en een persoonlijk systeem voor valbeperking
(PFRS). Ze gebruiken een flexibele verankeringslijn, die niet meer dan 15° afwijkt van horizontaal. Mobiele
verankeringsconnectorpunten zorgen ervoor dat de gebruiker langs de gehele lengte van het systeem verbonden blijft.
HLL-systemen mogen alleen worden gebruikt voor persoonlijke valbeveiligingsapparatuur. Gebruik HLL-systemen niet als
verankering voor het ophijsen van apparatuur.
1.2 NORMEN: Uw HLL-systeem voldoet aan de nationale of regionale norm(en) die staan vermeld op de omslag en Tabel 1
van deze gebruiksaanwijzingen. Als dit product opnieuw verkocht wordt buiten het oorspronkelijke land van bestemming,
dient de wederverkoper deze instructies te leveren in de taal van het land waar het product gebruikt zal worden.
1.3 TOEZICHT: Het gebruik van deze apparatuur moet plaatsvinden onder toezicht van een deskundige
1.4 INSTALLATIEDOCUMENTEN: Na de installatie van het verankeringssysteem dient de installateur het formulier
'Installatiedocumentatie' dat voldoet aan de informatievereisten van EN 795: 2012 Bijlage A (of gelijkwaardig
voltooien en te overhandigen aan de aangewezen vertegenwoordiger van de gebruiker. De installatiedocumentatie dient te
worden bewaard op de werkplek voor gebruik bij later onderzoek van het horizontale reddingslijnsysteem.
1.5 TRAINING: Deze apparatuur moet geïnstalleerd en gebruikt worden door personen die getraind zijn in de juiste
toepassing ervan. Deze handleiding dient te worden gebruikt als onderdeel van een trainingsprogramma voor
werknemers zoals vereist in EN 365 en andere toepasselijke valbeschermingscodes, normen of vereisten. Het is de
verantwoordelijkheid van de gebruikers en installateurs van deze apparatuur om zich ervan te verzekeren dat ze deze
instructies kennen, getraind zijn in het juiste gebruik en de verzorging van de apparatuur, en dat ze zich bewust zijn van
de gebruikskenmerken, toepassingsbeperkingen en de gevolgen van enig onjuist gebruik van deze apparatuur.
1.6 BEPERKINGEN: Houd altijd rekening met de volgende beperkingen bij het gebruik van de HLL:
• Verankering: De constructie waarop het HLL-systeem wordt gemonteerd moet voldoen aan de
verankeringsspecificaties zoals omschreven in Tabel 1.
• Valtraject en SRL-vergrendelingssnelheid: Om een positieve vergrendeling van een valstopapparaat (SRL) te
garanderen, is een vrij valtraject nodig. Situaties waarin geen vrij valpad mogelijk is, dienen vermeden te worden.
Wanneer er gewerkt wordt in besloten of beperkte ruimten, kan het lichaam tijdens een val wellicht geen snelheid
halen die voldoende is om de vergrendeling van het valstopapparaat te activeren. Bij het werken op langzaam
verschuivend materiaal, zoals zand of graan, kan mogelijk niet genoeg snelheid worden opgebouwd om de SRL te
laten vergrendelen.
• Gevaren: Gebruik van deze apparatuur in gebieden met gevaren voor het milieu kan aanvullende
voorzorgsmaatregelen vereisen om de mogelijkheid van letsel voor de gebruiker of beschadiging aan de apparatuur
te voorkomen. Gevaren kunnen bestaan uit, maar zijn niet beperkt tot: hitte, bijtende chemicaliën, corrosieve
omgevingen, hoogspanningsleidingen, explosieve of giftige gassen, bewegende machines, scherpe randen en
bovenhoofds materiaal dat kan vallen en de gebruiker of het persoonlijke valstopsysteem kan raken.
• Vrije valspeling: Er moet zich voldoende vrije val onder de gebruiker bevinden om een val op te vangen voordat
de gebruiker in aanraking komt met de grond of enig ander obstakel (zie afbeeldingen 8 en 9). Vrije val (FC) wordt
beïnvloed door de volgende factoren:
• Vertragingsafstand
• Vrije valafstand
Zie Sectie 3 in deze handleiding voor berekeningen van de vrije val bij het installeren en gebruiken van deze
verankeringssystemen met horizontale reddingslijn (HLL). Wijzigingen in de systeemlocatie, plaatsing van apparatuur
enz. vereisen herbeoordeling en herziening van de oorspronkelijke berekening van vrije valafstanden. Neem contact
op met de erkende installateur of 3M Valbescherming voor assistentie.
• Scheef vallen: Scheef vallen treedt op wanneer het verankeringspunt niet recht boven het punt ligt waar de
val optreedt (zie afbeelding 5). De kracht waarmee een voorwerp wordt geraakt tijdens het zwaaien door het
slingereffect van een scheve val kan ernstig letsel veroorzaken. Scheef vallen kan worden geminimaliseerd door de
horizontale afstand tussen de gebruiker en het verankeringspunt te beperken. Bij een scheve val is de totale verticale
valafstand groter dan wanneer de val recht onder het verankeringspunt plaatsvindt. Daardoor neemt de totale vrije
valafstand die is vereist om de val van de gebruiker veilig te kunnen breken toe. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
van de fabrikant van het persoonlijk systeem voor valbescherming (PFAS) omtrent gevallen van scheef vallen en de
berekening van vrije valafstanden.
• Scherpe randen: Het HLL-systeem moet zodanig worden geïnstalleerd dat het doorbuigen van de verankeringslijn
tijdens een valstop de verankeringslijn niet in contact brengt met een scherpe rand of een ander voorwerp dat
de verankeringslijn kan beschadigen. Vermijd het werken in situaties waarbij de reddingslijn of de lijnen van het
persoonlijk systeem voor valbescherming (PFAS) contact kunnen maken met, of kunnen schuren tegen onbeschermde
scherpe randen. Waar contact met een scherpe rand onvermijdelijk is, moet die rand met beschermingsmateriaal
worden afgedekt.
1 Deskundige: Een persoon die in staat is om bestaande en voorspelbare gevaren in de werkomgeving of -omstandigheden te identificeren die onhygiënisch, gevaarlijk
of riskant zijn voor werknemers, en die bevoegd is om direct corrigerende acties te ondernemen om gevaren te elimineren.
2 Installatiedocumentatie: Technische systemen van 3M vereisen installatie door een 3M-erkende installateur. Na het voltooien van de installatie verstrekt de erkend
installateur een installatiepakket (zie Hoofdstuk 3 - Installatie).
• Lengte van de werknemer
• Beweging van bevestigingselement van
het harnas
23
.
1
) te
2
• Hoogte van de
verankeringsconnector
• Lengte van het aansluitende
subsysteem