Ahlmann AS 65 Betriebsanleitung Seite 181

(5) Déposer la pelle frontale sur
le terrain solide (voir chapitre 6.2.2).
(6) Accrocher la pelle frontale au
dispositif de levage adéquat (5-5/2)
et la déposer dans le godet préala-
blement mis en place.
(7) Amarrer la pelle frontale au
godet à l´aide de deux tendeurs
(5-6/flèche).
(8) Relever le godet avec la pelle
frontale amarrée (voir chapitre 6.1.1
ou 6.2.1) et le redresser jusqu´à ce
que la pelle frontale frôle le levier
d´inversion sans pour autant le
toucher (5-7/flèche).
(9) Abaisser la flèche porte-godet
d´autant afin que la position la plus
basse de la flèche porte-godet ou
du godet soit au-moins à 30 cm au-
dessus de la chaussée (5-3).
(10) Fermer les deux vannes de
blocage à boisseau sphérique
(1-2/flèche).
ATTENTION
En état fermé, les manettes des
vannes de blocage à boisseau
sphérique sont obliques à la direc-
tion d´écoulement. De cette
manière, un abaissement non-voulu
de la flèche porte-godet et une
inclinaison ou un renversement du
godet seront évités pendant la
course.
(11) Bloquer le système de pivote-
ment tout en plaçant une cale de
blocage (1-3/flèche) dans le
dispositif de blocage de pivotement
(1-4/flèche) et assurer le blocage
par une goupille à ressort.
(12) Couvrir la lame et les dents du
godet avec le capot de protection
(5-3/flèche).
(13) Mettre la fiche du capot de
protection dans la prise de courant
(5-4/flèche).
(14) Faire un
l´éclairage.
(15) Fermer les deux portes.
S05D/S06D
contrôle de
(5) Dieplepel op vaste bodem
neerleggen (zie punt 6.2.2).
(6) Dieplepel aan geschikt hijs-
tuig bevestigen (5-5/2) en in vooraf
geplaatste shovel neerlegen.
(7) Dieplepel met twee spanslo-
ten aan shovel vastsjorren (5-6/
pijlen).
(8) Shovel met vastgesjorde
dieplepel opnemen (zie punt 6.1.1
resp. 6.2.1) en zo ver kiepen dat de
dieplepel met de omstuurhendel
van de machine even nog niet in
aanraking komt. (5-7/pijl).
(9) Shovelarm zo ver neerlaten
dat de laagste punt van e shovel-
arm c.q. de shovel zich tenminste
30 cm boven de rijbaan bevindt
(5-3).
(10)Beide kogelblokkranen sluiten
(1-2/pijlen).
OPGELET
De hendels van de kogelblokkra-
nen staan wanneer ze gesloten zijn
dwars ten opzichte van de door-
stroomrichting. op deze manier
wordt ongewensd neerlaten van de
shovelarm en ongewensd aan of
afkiepen van de shovel tijdens de
rit vermijden.
(11) Het zwenkmechanisme blok-
keren door de blokkeerspie (1-3pijl)
in de zwenkblokkering (1-4/pijl) te
plaatsen en deze vervolgens
vast te zetten met de springveer.
(12) Shovelsnede en -tanden met
shovelbescherming (5-3/pijl) af-
dekken.
(13) Stekker voor shovelbescher-
ming (5-4/pijl) in stopcontact steken.
(14) Verlichting controleren.
(15) Beide deuren sluiten.
5-7