Acculader; Bescherming Van Het Circuit; Vermogensschakelaar Netspanning; Zekeringen - SDMO RES 9.5EC Handbuch Für Installation, Betrieb Und Wartung

4.1.10 Acculader

Zet periodiek alle verbindingsstekkers vast. Dit is het enige onderhoud dat de acculader nodig heeft.

4.1.11 Bescherming van het circuit

4.1.11.1. Vermogensschakelaar netspanning

De hoofdautomaat dient ervoor om het uitgangscircuit van het stroomaggregaat te openen in geval van een fout in de bedrading
tussen het stroomaggregaat en de elektrische voeding. De locatie van de hoofdautomaat is weergegeven in figuur 2.3. Zie figuur
4.8 hieronder voor de nominale waarden van de hoofdautomaat afhankelijk van het type stroomaggregaat. Als de hoofdautomaat
wordt geactiveerd, verminder dan de belasting en reset de hoofdautomaat. Als de hoofdautomaat op "OFF" staat kan het
stroomaggregaat draaien, maar de uitgangsspanning van het stroomaggregaat levert geen vermogen aan de belasting.

4.1.11.2. Zekeringen

De kabelbundel van de motor bevat 2 zekeringen van 10 A en 1 zekering van 20 A. Een andere zekering van 10 A zorgt voor de
bescherming van de acculader.
Identificeer en corrigeer de oorzaak van de storing die verantwoordelijk is voor het smelten van de zekering vóór het weer starten
van het stroomaggregaat. Raadpleeg paragraaf 5, "Storingen en oplossingen", voor details van de storingen die het smelten van
een zekering kunnen veroorzaken. Vervang een doorgebrande zekering door een beslist identiek onderdeel.

4.1.12 Opslagprocedure

Pas de volgende opslagprocedure toe, als het stroomaggregaat niet gebruikt wordt voor een periode langer dan 3 maanden.
Opmerking: Laat het stroomaggregaat zodra het mogelijk is, minstens een keer per maand, draaien.

4.1.12.1. Smeercircuit

1. Laat het stroomaggregaat werken tot hij zijn normale bedrijfstemperatuur heeft bereikt of tenminste 15 minuten.
2. Zet het stroomaggregaat stil.
3. Ververs, terwijl de motor nog warm is, de smeerolie van de carter.
4. Vul de carter met motorolie. Zie paragraaf 4.1.2.3 voor de voorgeschreven olie.
5. Laat het stroomaggregaat gedurende enkele minuten werken, om de nieuwe olie goed te verspreiden.
6. Zet het stroomaggregaat stil.

4.1.12.2. Brandstofaanvoercircuit

1. Start het stroomaggregaat.
2. Sluit, zonder het stroomaggregaat te stoppen de gasaanvoer.
3. Laat de motor van het stroomaggregaat uit zichzelf stoppen.
4. Zet de hoofdschakelaar van het stroomaggregaat op "OFF/RESET".
Type
hoofdautomaat (amp)
RES 9.5 EC
RES 13 EC
RES 18 EC
RES 12 TEC
RES 16 TEC
Figuur 4.8: Hoofdautomaten
Zekering
Hulpwikkeling, 20 A
Relaisinterfaceprintplaat, 10 A
Controleur, 10 A
Acculader, 10 A
Figuur 4.9: Zekeringen
69/73
Nominale waarde
40
50
70
20
25
Referentien
Markering
ummer
292937
F1
F2 223316
223316
F3
–
223316