2. Het oliefilter vervangen
a. Reinig de ruimte rond het oliefilter. Verwijder het oliefilter door tegen de klok in te draaien met een oliefiltertang.
b. Reinig het contactvlak van de adapter dat tegen het oliefilter aanligt.
c. Breng een dunne laag verse machineolie aan op de rubberpakking van het nieuwe oliefilter.
d. Bevestig het nieuwe oliefilter volgens de bijbehorende intructies.
Opmerking: Verwijder alle afval (motorolie, brandstof, filters, enz.) in overeenstemming met de milieurichtlijnen.
3. Vullen met olie
a. Verwijder de olievuldop en vul met motorolie tot het "F"-teken op de peilstok. De vulhoeveelheid is 2.8 L.
b. Plaats de peilstok en olievuldop weer terug.
c. Controleer of de hoofdschakelaar van het stroomaggregaat op "OFF" staat.
d. Sluit de starteraccu van het stroomaggregaat weer aan, als laatste de negatieve (-) pool.
e. Schakel de elektrische voeding van de accu weer in.
f. Start het stroomaggregaat en laat het 1 minuut draaien om de olie op bedrijfsdruk te laten komen.
g. Schakel het stroomaggregaat uit, wacht 1 minuut en controleer het oliepeil nogmaals. Vul indien nodig olie bij tot het "F"-
teken op de peilstok.
4. Controleren op lekkage
a. Controleer op olielekkage.
b. Als u een lek vindt, repareer dit dan en controleer nogmaals het oliepeil.
c. Plaats het zijpaneel weer terug in de behuizing.
d. Schroef de twee borgschroeven van het zijpaneel weer vast.
4.1.4 Oliekoeler RES 18 EC / RES 16 TEC
De oliekoeler moet gereinigd en geïnspecteerd worden volgens de intervallen in het onderhoudsschema. De oliekoeler moet
schoon gehouden worden.
Zie figuur 4.2 voor de locatie van de oliekoeler. De oliekoeler zit onder de verstijver van cilinder 2.
Verwijder de bovenste bevestigingsschroef en draai de twee zijschroeven los; til daarna de cilinderverstijving eraf.
Reinig de buitenkant van de oliekoeler met een borstel of met perslucht.
1. Oliekoeler
Figuur 4.2: Locatie oliekoeler
63/73