SDMO RES 9.5EC Handbuch Für Installation, Betrieb Und Wartung Seite 115

Vervolg van figuur 2.36:
Druk op:
Om naar de ruwe instelmodus voor het motortoerental te gaan. (Parameter 4P)
Om het motortoerental met grote intervallen te verhogen of verlagen.
of
Om naar de fijninstelmodus voor het motortoerental te gaan. (Parameter 4P)
Om het motortoerental met kleine intervallen te verhogen of verlagen.
of
Om naar ruwe instelling voor regelstabiliteit van het motortoerental
(versterkingsfactor) te gaan. (Parameter 5P)
Om de regelstabiliteit van het motortoerental (versterkingsfactor) met grote
intervallen te verhogen of verlagen.
of
Om
(versterkingsfactor) te gaan. (Parameter 5P)
Om de regelstabiliteit van het motortoerental (versterkingsfactor) met kleine
intervallen te verhogen of verlagen.
of
Om naar "SAVE" modus te schakelen. Zie figuur 2.38.
Opmerking: Zorg ervoor dat de gemaakte selecties opgeslagen zijn voordat u de configuratiemodus verlaat.
Wanneer u de hoofdschakelaar op "OFF/RESET" zet, worden de meest recent opgeslagen selecties
teruggezet.
* De grijze vakjes tonen het teken dat weergegeven wordt op het display van de controller in verband met de geselecteerde
instelling. X in het bovenstaande voorbeeld staat voor elke waarde tussen 0 en 9. De werkelijke waarde kan variëren
afhankelijk van het type stroomaggregaat.
Er zijn drie opties wanneer "SAVE" wordt weergegeven op het display:
Druk op:
Om naar de eerste instelling terug te gaan (ruwe instelling van de spanning) en
te verifiëren dat de wijziging is meegenomen alvorens op te slaan.
Zie figuur 2.36.
of
Om de wijzigingen op te slaan.
of
Om de wijzigingen te annuleren en niet op te slaan.
De woorden "Yes" of "no" knipperen op het scherm wanneer de pijltjestoets omhoog of omlaag
wordt ingedrukt. De controller verlaat dan de configuratiemodus. Daarna toont het display de
bedrijfsuren weer.
De hoofdschakelaar van het stroomaggregaat moet nu op "OFF/RESET" gezet worden.
naar fijninstelling voor
Figuur 2.37: Instellen van de uitgangsfrequentie en -spanning, vervolg
Figuur 2.38: "SAVE" modus
regelstabiliteit van het
39/73
Weergave:*
4 P
4 P
5 P
motortoerental
5 P
S A
S A
1 P
Y E
n o
X X
X X
X X
X X
X X
V E
V E
X X
S
X X