4.1.7 Koelcircuit
De motorventilator zuigt koele lucht aan door de openingen in de flanken en aan de accukant van het stroomaggregaat. De
ventilator van de alternator zuigt koele lucht aan door de openingen in de zijpanelen van de omkasting. De koele lucht wordt
vermengd met uitlaatgassen om daarna via het uitlaatstuk te worden geëvacueerd. Om het risico van beschadiging van het
stroomaggregaat door oververhitting te voorkomen moet u permanent de openingen voor in- en uitlaat van koele lucht van de
omkasting schoon en open houden.
Opmerking: verstop niet de inlaat van de koele lucht en monteer geen extra uitrustingen erboven, dit kan oververhitting en ernstige
beschadigingen aan het aggregaat veroorzaken.
4.1.8 Uitlaatcircuit
Verwijder al het ontvlambaar materiaal uit de omgeving van de uitlaat. Onder ontvlambare materialen vallen zowel
constructiematerialen als een natuurlijke omgeving.
Houd een minimum afstand van 1,5 m tussen de uitgangen van de uitlaat en droog gras, bladeren en ander ontvlambaar
materiaal.
Controleer periodiek het ontbreken van scheuren, lekken en corrosie op de organen van de uitlaatlijn.
Zoek de eventueel verroeste of gebroken metaaldelen en vervang ze indien nodig.
Controleer of het uitlaatstuk vrij is van verstopping.
4.1.9 Accu
Kortsluitingen in de accu. Levensgevaar of gevaar van ernstige verwonding door explosie.
Een kortsluiting kan verwondingen en/of materiële schades veroorzaken. Maak de accu los voordat u werkzaamheden onderneemt
voor het installeren of onderhouden van het stroomaggregaat. Draag geen sieraden tijdens het onderhoud van de uitrusting.
Gebruik gereedschappen met geïsoleerd handvat. Om de accu los te maken, maakt u als eerste de negatieve (-) kabel los. Om de
accu weer vast te maken, maakt u als laatste de negatieve (-) kabel vast. Sluit nooit de negatieve kabel (-) van de accu aan op de
positieve pool (+) van de solenoïde van de startmotor. Maak geen kortsluiting op de polen om de staat van de accu te testen.
Reinig de accu en zijn kabels en zet de polen vast volgens de voorschriften van het onderhoudsprogramma. Om corrosie te
voorkomen, neemt u benodigde maatregels opdat de elektrische verbindingen vast en droog blijven bij de accupolen. Om corrosie
aan de accupolen te behandelen, maakt u de accukabels los en wrijft u de polen met een metaalborstel. Reinig de accu en de
kabels met een oplossing van water en soda. Na het reinigen, spoelt u de accu en de kabels af met schoon water en droogt ze met
een droge en niet pluizende doek.
Reinigen van het accuzuur. Het accuzuur is levensgevaarlijk en kan ernstige verwondingen veroorzaken. De elektrolyt van
de accu's geleidt stroom en is corrosief. Voeg in een vat 500 g soda toe aan 4 l water en meng de neutralisatieoplossing. Giet de
neutralisatieoplossing op het gemorste zuur en herhaal de handeling tot duidelijk is dat elke chemische reactie (schuimen)
opgehouden is. Spoel met water de vloeistof af dat door de reactie ontstaan is, en droog de behandelde zone af.
Sluit de kabels van de accu weer aan, smeer daarna de polen met vaseline, siliconevet of ander niet geleidend vet in.
1. Uitlaatstuk
2. Luchtaanzuiging voor koeling van de alternator
(aan de 2 kanten)
3. Luchtaanzuiging inlaat motor
Figuur 4.7: In- en uitlaat van de koele lucht
68/73