Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Stoppen Van Het Stroomaggregaat; Resetten Van De Noodstopknop; Stoppen Van Het Stroomaggregaat Door Storing - SDMO RES 9.5EC Handbuch Für Installation, Betrieb Und Wartung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

3.3. Stoppen van het stroomaggregaat

Handmatig uitschakelen
1. Laat het stroomaggregaat minstens 2 minuten onbelast draaien om de motor voldoende af te laten koelen.
2. Zet de hoofdschakelaar van het stroomaggregaat op "OFF/RESET". Het stroomaggregaat wordt uitgeschakeld.
Automatisch uitschakelen
Zet de hoofdschakelaar van het stroomaggregaat op "AUTO" en open het contact tussen de startdraden 3 en 4 om het
stroomaggregaat te laten stoppen.
Een automatische omschakelaar of een ander geautomatiseerd apparaat dat is aangesloten op draad 3 en 4 van de controller,
werkt als volgt:
1. De automatische omschakelaar of het andere apparaat koppelt het stroomaggregaat los van de voeding.
2. Als de automatische omschakelaar is voorzien van een vertragingstimer voor afkoeling van de motor, blijft het
stroomaggregaat gedurende de ingestelde tijd draaien om de motor te laten afkoelen.
Opmerking: De ADC controller is niet voorzien van een vertragingstimer voor afkoeling van de motor.
3. De automatische omschakelaar of een ander geautomatiseerd apparaat verbreekt het contact tussen draad 3 en 4. Het
stroomaggregaat wordt uitgeschakeld. De controller schakelt in stand-by modus en geeft de bedrijfsuren van de motor weer.
Nooduitschakeling (alleen driefasemodellen)
Druk de rode noodstopknop in om het stroomaggregaat onmiddellijk uit te schakelen in geval van nood. Zie Figuur 2.3 voor de
locatie van de noodstopknop.
De noodstopknop schakelt het stroomaggregaat onmiddellijk uit. Het display van de controller display toont AF (auxiliary fault)
wanneer de noodstopknop wordt geactiveerd.
Gebruik de hoofdschakelaar wanneer u het stroomaggregaat normaal wilt uitschakelen.

3.4. Resetten van de noodstopknop

Gebruik de volgende procedure om het stroomaggregaat te resetten na een uitschakeling door middel van de noodstopknop.
Zie paragraaf 3.5.1 voor het resetten van het stroomaggregaat na een uitschakeling als gevolg van een storing.
1. Zet de hoofdschakelaar van het stroomaggregaat op "OFF/RESET".
2. Zoek en corrigeer de oorzaak van de noodstop.
3. Draai de noodstopknop met de klok mee om hem te ontgrendelen. Controleer of de noodstopknop in de gedeactiveerde stand
terugkeert (naar buiten).
4. Zet de hoofdschakelaar van het stroomaggregaat op RUN of AUTO om het stroomaggregaat weer te starten.
Overtuig u ervan dat het display van de controller geen foutcode meer weergeeft. De motor van het stroomaggregaat start niet
voordat de resetprocedure voltooid is.

3.5. Stoppen van het stroomaggregaat door storing

Het stroomaggregaat schakelt automatisch uit wanneer de foutcondities in de tabel uit figuur 3,5 zich voordoen. De controller geeft
dan de overeenkomstige foutcode weer. Het stroomaggregaat kan pas weer gestart worden als de fout hersteld en de controller
gereset is.
Zie paragraaf 3.4.1 voor het resetten van de controller na een uitschakeling als gevolg van een fout.
Na een noodstop van het stroomaggregaat (behalve bij een handmatige noodstop) wordt het stroomaggregaat automatisch gereset
nadat het probleem is opgelost. De temperatuurschakelaar van de motor (hoge motortemperatuur) wordt automatisch gereset
wanneer het stroomaggregaat voldoende is afgekoeld. De storing wordt echter pas gewist als de controller wordt gereset.
Bij de foutcondities uit de tabel in figuur 3.6 geeft de controller een foutcode, maar het stroomaggregaat wordt niet uitgeschakeld.
54/73

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Res 13ecRes 18ecRes 12tecRes 16tec

Inhaltsverzeichnis