3.6. Voeding controller
De ADC 2100 of ADC-RES controller krijgt elektrische voeding van de startaccu van het stroomaggregaat.
Een geleider aan de achterkant van de ADC 2100 controleur maakt het mogelijk dat deze permanent elektrisch gevoed wordt. Alle
ADC 2100 controleurs worden met de geleider in de stand geleverd om deze permanente voeding mogelijk te maken.
Opmerking: De stroomaggregaten zijn in de fabriek voorzien van een acculader om ontlading van de accu te voorkomen. De
acculader moet aangesloten worden op 230 VAC.
3.6.1 Stand-by modus
Wanneer de hoofdschakelaar van het stroomaggregaat op "AUTO" staat en de motor niet draait, staat de controller in stand-by
modus. De bedrijfsuren worden weergegeven op het display. Door een afstandssignaal (gesloten contact) wordt het
stroomaggregaat gestart en in werking gezet.
De controller kan zo ingesteld worden dat hij in slaapstand schakelt als er gedurende 48 geen startsignaal is.
3.6.2 Slaapstand
Controllers met applicatiecode versie 1.13 of hoger worden verzonden met gedeactiveerde slaapstand en geactiveerde J1939-
communicatie. Steeds wanneer de hoofdschakelaar van het stroomaggregaat op "AUTO" gezet wordt en de motor niet draait, blijft
de controller in stand-by modus staan.
Opmerking: De acculader moet op de elektrische voeding worden aangesloten om ontlading van de accu te voorkomen.
Als er geen communicatie op afstand nodig is kan de communicatieparameter Cn worden gewijzigd om de communicatie te
deactiveren en slaapstand te activeren. Zie paragraaf 2.3.12 voor instructies om parameter Cn in te stellen.
De controller wordt automatisch uitgeschakeld na een stilstand van 48 uur, op voorwaarde dat de communicatie met de controller
is gedeactiveerd en de hoofdschakelaar van het stroomaggregaat op "AUTO" staat. Het display van de controller wordt zwart en
het energieverbruik van de accu wordt geminimaliseerd.
De controller kan weer ingeschakeld worden via een afstandssignaal (verzonden door een omschakelaar of een aan/uit
afstandsschakelaar die aangesloten is op draad 3 en 4 van de controller), of door de hoofdschakelaar van het stroomaggregaat op
"RUN" te zetten.
4. Geprogrammeerd onderhoud
Het stroomaggregaat loskoppelen.
Risico op dodelijke of ernstige verwonding als gevolg van onbedoeld starten.
Waarschuwing
Voordat u werkzaamheden aan het stroomaggregaat of aangesloten apparatuur uitvoert, moet het stroomaggregaat als volgt
worden losgekoppeld:
(1)
Zet de hoofdschakelaar op "OFF".
(2)
Isoleer de acculader van de elektrische voeding.
(3)
Maak de accukabels los, eerst de negatieve (-) pool. Maak bij het aansluiten van de accu als laatste de negatieve (-) pool
weer vast. Deze procedure moet gevolgd worden om te voorkomen dat het stroomaggregaat onbedoeld start, als de
automatische omschakelaar wordt bediend, de aan/uit afstandsschakelaar wordt geactiveerd of als er een startcommando
naar de motor wordt gestuurd door een computer op afstand.
Zie onderstaande onderhoudsschema's (paragraaf 4.1.1 en 4.1.2) en controleer de aangegeven bedrijfsuren voor de ADC 2100 of
ADC-RES controller om periodiek onderhoud te plannen. Laat de onderhoudswerkzaamheden aan het stroomaggregaat uitvoeren
door een erkende vertegenwoordiger, op de intervallen die in het onderhoudsschema worden aanbevolen en gedurende de hele
levensduur
van
het
stroomaggregaat.
weersomstandigheden, stoffige of deeltjesrijke omgevingen, of lang achtereen gebruikt worden.
Neem contact op met een erkende vertegenwoordiger voor reserveonderdelen.
Verkort
de
onderhoudsintervallen
57/73
voor
stroomaggregaten
die
in
extreme