Om naar de geavanceerde configuratiemodus te schakelen drukt u op de pijl Omhoog wanneer
"Adnc" (zie figuur 2.40) wordt getoond op het scherm.
Druk op:
of
of
of
Opmerking: Zorg ervoor dat de gemaakte selecties opgeslagen zijn voordat u de configuratiemodus verlaat.
Wanneer u de hoofdschakelaar op "OFF/RESET" zet, worden de meest recent opgeslagen selecties
teruggezet.
Figuur 2.41: Geavanceerde configuratiemodus (parameters voor types gegevensinvoer voor de motor, accuspanning en
communicatie met de motor), RES 9.5 EC / RES 13 EC
Er zijn drie opties wanneer "SAVE" wordt weergegeven op het display:
Druk op:
Om terug te gaan naar de eerste parameter, nominale spanning/frequentie
("Uu" code), om de gemaakte selecties te controleren of wijzigen voorafgaand aan het
opslaan, zie figuur 2.40.
of
Om de wijzigingen op te slaan.
of
Om de wijzigingen te annuleren en niet op te slaan.
De woorden "Yes" of "no" knipperen op het scherm wanneer de pijltjestoets omhoog of omlaag
wordt ingedrukt. De controller verlaat dan de configuratiemodus. Daarna toont het display de
bedrijfsuren weer.
De hoofdschakelaar van het stroomaggregaat moet nu op "OFF/RESET" gezet worden.
* In de weergave van de bedrijfsuren staat X voor elk cijfer tussen 0 en 9.
Figuur 2.42: Modus "Opslaan" (na configuratie van de parameters van het stroomaggregaat), RES 9.5 EC / RES 13 EC
Om het type gegevensinvoer voor de motor in te stellen selecteert u "Ed05".
Om naar de selectiemodus voor de accuspanning te schakelen.
Om te schakelen tussen 12 en 24 VDC. Selecteer voor deze parameter
12 VDC.
Om naar de selectiemodus voor de communicatie te schakelen.
Om "Cn00" te selecteren voor deze parameter.
Om naar "SAVE" modus te schakelen. Zie figuur 2.42.
42/73
E
d
0
5
B
t
1
2
C
n
0
0
S
A
V
E
S
A
V
E
U
u
0
1
Y
E
S
n
o
X
X
X
X