Herunterladen Diese Seite drucken

Sabo 43-COMPACT Betriebsanleitung Seite 42

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für 43-COMPACT:

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
NL
Alle modellen
1
Veiligheidsschakelbeugel motorstop
2
Stelgreep voor maaihoogte-instelling (draaggreep achter) met drukknop
3
Tankdop
4
Motorafdekking
5
Luchtfilter
6
Weergave maaihoogte
7
Draaggreep
8
Bougie
9
Veiligheidsrooster voor de uitlaat
10 Typeplaatje
11 Olievulopening met oliepeilstok tankdop
12 Uitwerpklep
13 Startkabelgreep
8 VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN
Voor de montage van de maaier bevinden zich de volgende afzonderlijke delen in de
verpakking:
Maaier met gemonteerde duwstang
Opvangdoek, opvangzakframe
Gereedschapszak met volgende inhoud:
Gebruiksaanwijzing met conformiteitsverklaring
Garantiebepalingen (afhankelijk van het model)
Diverse montageonderdelen.
Mocht er toch een onderdeel ontbreken, neem dan contact op met uw
gespecialiseerde vakhandelaar.
LET OP
Vóór montage van de stang en de startkabelhouder en bij het omhoog klappen
van de stang altijd de bougiestekker uittrekken! Na montage, uiterlijk vóór het
starten van de motor de bougiestekker weer aanbrengen!
Duwstang omhoogzetten (afbeelding A1 + E1 + B1 )
BELANGRIJK
Let erop dat de bowdenmantels bij het omhoog tillen van de duwstang niet
knikken of ingeklemd raken!
BELANGRIJK
Let erop, dat de kabels bij het uit- en in elkaar klappen van de duwstangen niet
ingeklemd, bekneld, verdraaid of overstrekt worden! De kabel altijd aan de
buitenkant van de stangverbinding leiden. Een beschadigde kabel kan tot een
technisch defect van het apparaat leiden.
Trek de Z-vormig ingeklapte duwstang naar boven toe uit elkaar A1 .
Als het bovenste en het onderste deel van de duwstang op één niveau liggen,
de vleugelmoeren met de hand vastdraaien E1 .
Aan het onderste deel van de duwstang de uiteinden met de getande kunststof
aanpassingen naar achter zwaaien tot deze in de eveneens getande uitsparing
aan de behuizing van de maaier vergrendelen B1 .
Daardoor kunnen drie verschillende stanghoogtes worden ingesteld.
De vleugelmoeren aan weerszijden met de hand vastdraaien B1 .
De bowdenmantel in de kabelgoot leggen. Daardoor wordt inklemmen van de
bowdenmantel bij het omklappen van de duwstang voorkomen E1 .
Bevestig de bowdenmantel met behulp van de kortere kabelbinders uit de
gereedschapszak aan de linker onderstang.
VOORZICHTIG
Bij het bedienen van de stanghoogteverstelling worden de vleugelmoeren B1
losgedraaid om het onderste deel van de stang aan de behuizing te bevestigen
(slechts losdraaien tot de stang vrij kan bewegen) en worden de getande
kunststof aanpassingen ontgrendeld uit de uitsparing in de behuizing. Hierbij
kan de stang onbedoeld omslaan. Bovendien kunnen er tussen het onderste
deel van de duwstang en de behuizing plaatsen ontstaan waar u zich kunt
kneuzen. Er bestaat verwondingsgevaar!
Montage van de startstang (afbeelding L1 )
Startkabelhouder (1) uit de gereedschapszak nemen.
Moer zo ver eruit draaien, dat de beide helften over de stang kunnen worden
geschoven.
Op de bovenstang zit een sticker (2) voor de positionering van de
startkabelhouder.
LET OP
Om veiligheidsredenen mag de startkabelhouder alleen in de opgegeven
positie worden gemonteerd.
Schakelbeugel motorstop (3) op het bovenste deel van de stang (4) drukken
en vasthouden, de startkabel (5) eruit trekken en in de startkabelhouder leiden.
De beide helften samenvoegen (6), moer weer vastdraaien. Zo wordt verhinderd
dat de startkabel eruit springt.
De startkabelhouder moet zo gemonteerd/uitgelijnd worden, dat de startkabel
vrij loopt en niet tegen andere delen aanwrijft.
Grasvangzak aan de maaier hangen (afbeelding R1 + S1 )
Het opvangzakframe met de beugel naar voren in de opvangdoek inbrengen.
De bovenste naad van de opvangdoek uitlijnen met de beugel.
De bevestigingsprofielen op het frame van het opvangzakframe drukken R1 .
De uitwerpklep van de maaier naar boven openen.
De grasvangzak aan de draagbeugel optillen, de schans (1) R1 aan de
vangzakopening in de uitwerpopening plaatsen en de grasvangzak met de twee
haken aan de zijkanten boven in de maaierbehuizing hangen S1 .
De uitwerpklep op de grasvangzak klappen.
Maaihoogte instellen (afbeelding I )
De maaihoogte wordt achter de motor ingesteld.
Druk met de duim de grijze drukknop in en breng de maaier in de gewenste
positie door optillen of neerlaten van de greep.
Na loslaten van de drukknop vergrendelt de hendel in de gewenste maaihoogte.
De markering links op de behuizing wijst naar de ingestelde maaihoogte.
BELANGRIJK
Het maaien op laagste maaihoogte mag alleen worden uitgevoerd op vlakke en
egale gazons!
Houd er rekening mee dat de onderste maaihoogte-instellingen alleen in
optimale omstandigheden gebruikt mogen worden. Als u de maaihoogte te laag
selecteert, kan de grasnerf beschadigd en mogelijk zelfs vernietigd worden.
Naast de maaihoogte is ook de rijsnelheid van invloed op het maaibeeld en het
opvangresultaat. Pas maaihoogte en rijsnelheid aan de te maaien grashoogte
aan.
9 VÓÓR DE EERSTE INBEDRIJFSTELLING
Alle schroefverbindingen en de bougiestekker controleren op goede bevestiging.
De schroeven eventueel aandraaien! Met name moet de bevestiging van de mesbalk
worden gecontroleerd (zie het hoofdstuk "Onderhoud van de mesbalk").
De mesbevestigingsschroef moet altijd door een erkende vakwerkplaats worden
aangedraaid. Als de messchroef te stevig of te los wordt aangedraaid, kunnen
meskoppeling en mesbalk beschadigd raken of losraken, wat ernstige verwondingen
kan veroorzaken.
De grasmaaier is uitgerust met een motorstopinrichting.
Vóór de eerste inbedrijfstelling controleren of de veiligheidsschakelbeugel voor de
motorstop foutloos functioneert. Als de schakelbeugel wordt losgelaten, moeten motor
en mesbalk binnen drie seconden tot stilstand komen.
De beugel moet na het loslaten in elk geval weer in de positie terugspringen, die in de
afbeelding "Beschrijving van de componenten" wordt getoond.
Als dit niet het geval is, dan moet dit onmiddellijk door een geautoriseerde
vakwerkplaats gecontroleerd worden.
Verwondingsgevaar!
Als het mes langer doorloopt, mag u het apparaat niet meer gebruiken en moet
u het naar een erkende vakwerkplaats brengen.
Meten van de nalooptijd
Na het starten van de verbrandingsmotor draait het mes en is er een ruisend geluid
hoorbaar.
De nalooptijd komt overeen met de duur van het ruisende geluid na het afzetten van
de verbrandingsmotor en kan met een stopwatch worden gemeten.
De veiligheids- en bescherminrichtingen van de machine mogen niet worden
gemanipuleerd of gedeactiveerd!
Let erop dat alle bescherminrichtingen zoals voorgeschreven aangebracht en niet
beschadigd zijn!
Olie bijvullen (afbeelding Y1 )
BELANGRIJK
Schade vermijden! De motor wordt zonder olie geleverd. De motor moet voor
het starten met olie worden gevuld.
Breng vóór de eerste start met een trechter motorolie (voor hoeveelheid en kwaliteit
zie technische gegevens) aan in deze opening na het losschroeven van de
oliepeilstok.
Parkeer de maaier op een vlakke ondergrond.
Vul de olie langzaam door de vulopening. Niet te veel vullen. Wacht ongeveer
een minuut nadat de olie is gevuld en controleer vervolgens het oliepeil.
Breng de oliepeilstok aan en schroef deze vast.
Oliepeil controleren
Verwijder de oliepeilstok. Veeg de peilstok af met een schone lap, breng de stok
weer aan en schroef hem vast. Trek dan de peilstok eruit en lees het oliepeil af.
De olie moet zich boven aan de vol-markering (Max.) bevinden. Vul indien nodig
olie bij. Het oliepeil mag echter niet boven de vol-markering liggen.
Breng de oliepeilstok weer aan en draai hem vast.
Na het eerste vullen het plaatje "NO OIL" (GEEN OLIE) aan de bovenzijde van
de motor verwijderen.
Brandstof vullen
6
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen: zie tabel
pagina 3
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen: zie tabel
pagina 3
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen: zie tabel
pagina 3
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen: zie tabel
pagina 3

Werbung

loading