Rookgasafvoer Systeem; Losse Brandstoftank - Grundfos Fire NKF Montage- Und Betriebsanleitung

10.10 Rookgasafvoer systeem

Deze paragraaf heeft betrekking op pompsets
N.B.
met dieselmotor.
Waarschuwing
Verbrandingsgassen moeten veilig naar de open
lucht worden afgevoerd via het rookgasafvoer
systeem. Verbrandingsgassen mogen niet binnen
ontsnappen. Werking zonder een rookgas afvoer
is niet veilig.
Waarschuwing
Zorg dat niemand per ongeluk met hete rookgas-
afvoer buizen in aanraking kan komen.
Installeer afzuigpijpen zo recht mogelijk, en met zo min mogelijk
bochten. Installeer de meegeleverde geluiddemper horizontaal na
de eerste 90 ° bocht gezien vanaf de motoruitlaat.
Plaats het rookgasafvoer systeem zodanig dat condensatiewater
niet in de motor kan binnendringen. Bevestig het rookgasafvoer
systeem aan het gebouw. Sluit de rookgasafvoer systeem aan op
de flexibele afzuigopening van de motor. De rookgasafvoer ope-
ning is bij het transport afgedekt met een plastic plug die verwij-
derd moet worden voordat de rookgasafvoer op de buizen wordt
aangesloten. Zie de pijl in afb. 25. De flexibele aansluiting van de
motor mag niet worden gebruikt als compensatie voor foutief uit-
gelijnd leidingwerk. De minimale diameter van de rookgasafvoer
buizen mag niet kleiner zijn dan de afzuigopening van de motor.
De diameter van de rookgasafvoer hangt af van
de pijplengte, het type en aantal geluiddempers
en de bochten, want deze zijn allemaal van
invloed op de stromingsweerstand. Om de tegen-
N.B.
druk van de afzuiging, zoals beschreven door de
fabrikant van de dieselmotor, niet te overschrij-
den, kan het nodig zijn om leidingen te gebruiken
met een nominale diameter die één of twee maten
groter is dan de motoruitlaat.
Afb. 25 Uitlaat van de motor
All manuals and user guides at all-guides.com

10.11 Losse brandstoftank

De brandstoftank kan ook los worden opgesteld in sommige ont-
werpen. In deze gevallen moet de brandstoftank worden opge-
steld in een droge en goed geventileerde ruimte, en zo dicht
mogelijk bij de pompset. De uitlaat van de brandstoftank dient op
gelijke hoogte te zijn met, of hoger dan, de hartlijn van de brand-
stofpomp om de brandstof via de zwaartekracht te kunnen toe-
voeren. De brandstoftank moet via de bevestigingsopeningen aan
de vloer worden vastgemaakt.
Als er geen aansluitblok is, sluit de brandstofleidingen dan aan
zoals weergegeven in afb. 26 aan de toevoerleiding (pos. A, van
de handmatige brandstoftoevoerpomp) en de retourleiding
(pos. B, van de injectiepomp).
Als er een aansluitblok is, sluit dan beide koppelstukken (afb. 27,
pos. A) aan op het aansluitblok. Het aansluitblok heeft de marke-
ring "SUPPLY" voor de inkomende leiding en "RETURN" voor de
retourleiding.
Deze paragraaf heeft betrekking op pompsets
N.B.
met dieselmotor.
Neem de normen in acht bij het dimensioneren en
N.B.
installeren van een losse brandstoftank.
Afb. 26 Aansluiten van de brandstofleidingen zonder
aansluitblok
Afb. 27 Aansluiten van de brandstofleidingen aan het
aansluitblok
A
275