Pompset; Bedrijfscondities; Maximale Werkdruk; Minimale Voordruk - Grundfos Fire NKF Montage- Und Betriebsanleitung

8.2 Pompset

Zie de technische gegevens in de installatie- en
N.B.
bedieningsinstructies van de regelaar en de aan-
drijving.
Gewicht: Zie typeplaatje.
Geluidsbelasting
N.B.
De geluidsbelasting hangt af van de aandrijving.
Pompset met dieselmotor:
De meegeleverde geluiddemper is ontworpen
voor de eisen van de industriële markt. Als u
N.B.
strengere eisen aan de geluidsbelasting heeft,
dan kunt u een andere geluiddemper bestellen en
installeren.

9. Bedrijfscondities

9.1 Maximale werkdruk

NKF pompen zijn ontworpen voor een maximale werkdruk van
16 bar.
NKF pompen met VdS keurmerk:
Om te voldoen aan VdS eisen mag de opvoer-
N.B.
hoogte van de pomp niet meer zijn dan 120 meter
(12 bar).

9.2 Minimale voordruk

De minimale voordruk "H" in meter opvoerhoogte die aan de zuig-
opening van de pomp tijdens bedrijf nodig is om cavitatie in de
pomp te voorkomen, kan berekend worden met de volgende for-
mule:
H = p x 10,2 - NPSH - H - H
b f v
Barometrische druk in bar.
(Voor de barometrische druk kan 1 bar genomen
p worden.)
b
Bij gesloten systemen is p
in bar.
De NPSH-waarde in meter opvoerhoogte (te vinden in
de NPSH-curve bij het hoogste debiet dat de pomp zal
NPSH leveren).
Dit kan worden afgelezen uit de curves in het data-
boekje.
H Wrijvingsverlies in zuigleiding in meter opvoerhoogte.
f
Dampdruk in meter opvoerhoogte,
H
v
met t = vloeistoftemperatuur (zie afb. 9)
m
NKF pompen conform EN en DBI:
Veiligheidsmarge = minimaal 0,5 meter opvoerhoogte.
H
s
NKF pompen conform VdS CEA 4001:2010-11 (04):
Veiligheidsmarge = minimaal 1 meter opvoerhoogte.
Als de berekende waarde van "H" positief is, dan kan de pomp
draaien met een maximale zuighoogte van "H" meter.
Als de berekende waarde van "H" negatief is, dan is een mini-
male zuighoogte van "H" meter nodig.
268
All manuals and user guides at all-guides.com
- H
s
gelijk aan de systeemdruk
b
Relatie tussen dampdrukschaal en vloeistoftemperatuur t
tm
(°C)
150
140
130
120
110
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
Afb. 9 Dampdrukschaal

9.3 Maximale voordruk

De werkelijke voordruk + de druk terwijl de pomp tegen een
gesloten afsluiter draait, dient altijd lager te zijn dan de maximale
werkdruk. Zie paragraaf 9.1 Maximale werkdruk.
De druk terwijl de pomp tegen een gesloten afsluiter draait kan uit
het databoekje van de pompset gehaald worden.

9.4 Minimaal debiet

Waarschuwing
De pomp mag niet tegen een gesloten klep
Voorzichtig
draaien omdat dit een onaanvaardbare tempera-
tuurstijging of vorming van damp kan veroorza-
ken.
In pompen met watergekoelde dieselmotor wordt voor een mini-
maal debiet gezorgd door een leiding die de persopening met de
warmtewisselaar verbindt.
Pompen met elektromotor en luchtgekoelde dieselmotor moeten
zijn uitgerust met een bypassleiding om te zorgen voor een mini-
maal debiet van 2 % (5 % voor de NKF 125-315) van het debiet
bij maximaal rendement. Het minimale debiet helpt om overma-
tige warmte af te voeren en zo dus de pomp tegen oververhitting
te beschermen.
m
Hv
(m)
45
40
35
30
25
20
15
12
10
8,0
6,0
5,0
4,0
3,0
2,0
1,5
1,0
0,8
0,6
0,4
0,3
0,2
0,1