Nilfisk RS 1301 Betriebsanleitung, Originalanleitung Seite 275

Ongemak
AFVALCONTAINER EN DE BETREFFENDE KLEP
De klep van de afvalcontainer opent/sluit
niet.
De klep kan worden geopend/gesloten,
ook als de machine rijdt.
Het controlelampje op de schakelaar dat
aangeeft of de klep open is, blijft branden.
SPUITMONDEN INSTALLATIE STOFBESTRIJDING
Er komt geen water uit de spuitmonden.
Er komt geen water naar de spuitmonden. Het voertuig is niet gestart.
Diagnose van K28 en van het
niveausysteem.
De schakelaar wordt ingedrukt, maar de klep opent/sluit niet.
Het ingangssignaal komt niet bij relais K15.
Het uitgangssignaal wordt niet door het display geleverd.
De bediener zit niet op de bestuurdersstoel.
Het uitgangssignaal wordt door het display gestuurd, maar de klep wordt niet bediend en het relais
gaat niet open.
Het uitgangssignaal wordt door het display gestuurd, maar de klep wordt niet bediend en het relais
gaat open.
De zekering is intact en de bediening werkt nog altijd niet.
De schakelaar werkt correct en bij het openen/sluiten worden de potentialen op pen 3 en 4
omgekeerd.
Op het aandrijfmechanisme is geen spanning aanwezig tijdens de activering.
Op het aandrijfmechanisme is spanning aanwezig tijdens de activering.
Mogelijke loskoppeling van de sensor van de tachometer.
De sensor voor de tachometer werkt correct en op het display wordt de juiste snelheid van de machine
aangegeven.
Het aandrijfmechanisme voor openen/sluiten van de klep is beschadigd.
Het waterfi lter is verstopt.
De spuitmonden zijn verstopt.
Het voertuig is gestart, maar de toevoer is niet actief. Het controlelampje van de schakelaar is uit, de
schakelaar voor het draaien van de borstels is geactiveerd met controlelampje uit en de schakelaar
voor de ventilatoren staat in AUTO met het controlelampje aan.
Het voertuig is gestart, maar de toevoer is niet actief. Het controlelampje van de schakelaar is uit, de
schakelaar voor het draaien van de borstels is geactiveerd met controlelampje uit en de schakelaar
voor de ventilatoren staat in AUTO met het controlelampje uit.
De bediener zit correct op de stoel, maar er is geen watertoevoer. (Controlelampje ventilator op OFF)
De bediener zit correct op de stoel, maar er is geen watertoevoer. (Controlelampje ventilator op ON)
Het voertuig is gestart, de bediener zit op de bestuurdersstoel, de controlelampjes op de schakelaars
voor de borstels en de ventilator branden, maar de toevoer is niet geactiveerd, het controlelampje van
de schakelaar voor watertoevoer is uit.
Het display stuurt geen uitgangssignaal voor de watertoevoer, maar het speciale symbool geeft vol
aan.
De aansluitingen van het relais van het display zijn correct en het referentiesignaal voor het relais
wordt gestuurd.
De bediener zit correct op de stoel, maar er is geen watertoevoer. (Alle controles zijn juist uitgevoerd,
controlelampje ventilator op OFF)
Relais K5 werkt goed.
Zekering F08 is intact, het relais gaat open en op pen 87 is spanning voor activering aanwezig.
De aansluitingen zijn correct, maar het controlelampje brandt niet.
De aansluitingen zijn correct en het controlelampje brandt.
De pomp werkt niet.
De voeding is aanwezig op pen 1 van connector 3 van het display, maar is niet beschikbaar op pen 2.
Het display is geblokkeerd omdat er een fout in de aansluitingen zit (symbool met uitroepteken).
De indicaties op het display zijn correct en de aanwezigheid van water wordt aangegeven.
Het display werkt correct en stuurt een uitgangssignaal. De aansluitingen tussen het display en K28
zijn intact.
In de ruststand is er geen spanning aanwezig op deze pen.
De spanning op pen 86 van K28 is aanwezig en het relais wordt geactiveerd.
RS 1301
GEBRUIKSAANWIJZING
Waarschijnlijke oorzaak
33018310(3)2010-01 A
NEDERLANDS
61