Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Na Gebruik Van De Machine; De Watertanks Van De Installatie Voor Stofbestrijding Legen; Trekbeweging Van De Machine - Nilfisk RS 1301 Betriebsanleitung, Originalanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

NA GEBRUIK VAN DE MACHINE

Na de werkzaamheden en voordat u de machine achterlaat moeten de volgende handelingen worden uitgevoerd.
1.
Trek de parkeerrem met de hendel (13, Afb. E) aan.
2.
Schakel de waterpompen van de installatie voor stofbestrijding met de schakalaar (27, Afb. D) uit.
3.
Indien aan, de kranen van het water van de installatie voor stofbestrijding (10, 11, 12, Afb. E) uitdoen.
4.
De derde borstel omhoog brengen door de manipulator naar achteren te brengen (46, Afb. D).
5.
De aanzuigmond en de zijborstels omhoog brengen door op de knop te drukken (38, Afb. D).
6.
Zet de gashendel van de motor (16, Afb. E) in de minimale stand en laat de hendel enkele minuten in deze stand staan om het
systeem te stabiliseren.
7.
Controleer of de afvalcontainer (6, Afb. G) omlaag staat en dat het betreffende controlelampje (3, Afb. D) uit is.
8.
Breng indien nodig de derde borstel van de werkstand naar de ruststand door als volgt te werk te gaan:
Via de schakelaar terugkeer met veer (34, Afb. D), controleren of de onderarm (22, Afb. G) van de derde borstel in de
uiterste stand staat. Breng deze anders in die stand door de schakelaar (34, Afb. D) ingedrukt te houden.
De arm (23, Afb. G) van de derde borstel bewegen van de werkstand (open arm) naar de ruststand (gesloten arm) door de
manipulator naar links te brengen (46, Afb. D). De beweging stopt automatisch wanneer deze niet verder kan.
LET OP!
Het is alleen mogelijk om de arm (23, Afb. G) van de derde borstel veilig naar rechts of naar links te bewegen
wanneer de betreffende onderarm (22) zich in de uiterste stand rechts of links bevindt.
In een dergelijke situatie wordt de bewegingshoek op juiste manier beperkt door de juiste
veiligheidsmechanismen.
Als dat niet het geval is, wordt de bewegingshoek beperkt om schade aan delen van de machine en instabiliteit
van de machine te voorkomen.
Het is daarom aanbevolen om de onderarm (22, Afb. G) van de derde borstel altijd naar de uiterste stand links of
rechts te brengen.
LET OP!
Het is alleen mogelijk om de ruststand (of sluitstand) van de arm (23, Afb. G) van de derde borstel te bereiken
wanneer de betreffende onderarm (22) zich in de uiterste stand rechts bevindt.
9.
Stop met de schakelaar (29, Afb. D) het draaien van de derde borstel en van de zijborstels. Door de borstels te stoppen, wordt
de aanzuigventilator automatisch stilgezet.
10.
Reinig zoals beschreven in het hoofdstuk Onderhoud, de afvalcontainer, de fi lters en de aanzuigslang, controleer de
pakkingen en de smering van de lagers van de aanzuigventilator.
11.
Doe de motor uit door de contactsleutel (24, Afb. D) tot het einde tegen de klok in te draaien en de sleutel te verwijderen.
12.
Doe als ze aan zijn, de lichten uit.
13.
Uit de machine komen en de beveiligingsstekker van de derde borstel van positie (2, Afb. H) (uitgeschakeld) in positie (1)
(ingeschakeld) zetten door te trekken en tegelijkertijd te draaien aan de geschikte hendel.

DE WATERTANKS VAN DE INSTALLATIE VOOR STOFBESTRIJDING LEGEN

Ga als volgt te werk wanneer het nodig is om de watertanks van de installatie voor stofbestrijding te legen.
1.
Schakel de parkeerrem (13, Afb. E) in.
2.
Doe de motor uit door de contactsleutel (24, Afb. D) tot het einde tegen de klok in te draaien en de sleutel te verwijderen.
3.
Als u op de rechterkant van de achteras werkt, het deksel (1, Afb. AF) van de waterfi lter losschroeven en deze samen met de
fi lter verwijderen.
4.
Laat al het water uit de tanks naar buiten lopen.
5.
Monteer het deksel (1, Afb. AF) en de fi lter.

TREKBEWEGING VAN DE MACHINE

Voor trekbewegingen van de machine gaat u als volgt te werk.
1.
Schakel de parkeerrem (13, Afb. E) in.
2.
Doe de motor uit door de contactsleutel (24, Afb. D) tot het einde tegen de klok in te draaien en de sleutel te verwijderen.
3.
Verwijder de bevestigingsschroeven (32, Afb. G) en verwijder rechterklep aan de onderkant van de cabine (31).
4.
Draai met circa twee halen de schroef (1, Afb. AV) van de pomp van het aandrijvingssysteem los.
5.
Ontgrendel de handrem (13, Afb. E).
6.
Zet de machine vast aan één van de voorbestemde punten om de machine te trekken:
trekhaak voor (18, Afb. G)
trekhaken achter (45, Afb. G)
7.
Aan het eind van de trekbeweging van de machine, de schroef (1, Afb. AV) vastdraaien en de rechterklep aan de onderkant
van de cabine (31, Afb. G) installeren en vastzetten met de juiste schroeven (32).
GEBRUIKSAANWIJZING
RS 1301
33018310(3)2010-01 A
NEDERLANDS
35

Werbung

Inhaltsverzeichnis

Fehlerbehebung

loading

Inhaltsverzeichnis