Nilfisk RS 1301 Betriebsanleitung, Originalanleitung Seite 271

Ongemak
BORSTELS
De borstels worden niet uitgeschakeld als
de motor het maximale bedrijfstoerental
overschrijdt.
Wanneer de derde borstel wordt
geactiveerd, wordt de werking van de
hoofdborstels onderbroken.
AANZUIGVENTILATOR
De aanzuigventilator maakt lawaai.
De aanzuigventilator draait, maar zuigt
niet voldoende aan.
De ventilator draait, maar het display geeft
het toerental niet aan.
De aanzuigventilator draait niet.
Controleer de juiste werking van K5 als dit niet verandert, met uitzondering van de voeding op de
magneetklep.
De bobine van relais K5 is intact.
De aansluitingen zijn correct, maar het display stuurt geen uitgangssignaal als de motor de ingestelde
maximale drempelwaarde overschrijdt.
Controleer of de schakelaar voor het draaien van de borstels goed is aangesloten. Controleer of diode
D2 (P600) intact is en vervang deze eventueel.
De lagers van de ventilator zijn niet gesmeerd.
De lagers van de ventilator zijn versleten.
De hydraulische motor is defect.
De stoffi lters zijn verstopt.
De aanzuigslang is verstopt.
De aanzuigslang is afgesneden/gescheurd.
De pakking tussen de aanzuigmond en de afvalcontainer is kapot of niet juist geplaatst.
De pomp voor het activeren van de motor voor de aanzuigventilator genereert geen druk.
Het signaal voor werkconfi guratie ingeschakeld (aangegeven door de borstel) wordt op het display
weergegeven via diode D4. Deze diode wordt ook gebruikt als referentie naar het relais voor het
waterpeil.
De verdeler is geblokkeerd.
De schakelaar staat in de stand AUTO en de bediener heeft de bestuurdersstoel verlaten.
De bediener zit op de stoel en de modus is automatisch, maar de ventilator draait niet.
De ventilator staat in de stand AUTO, maar de schakelaar brandt niet, de bediener zit op de stoel, de
schakelaar voor de borstels is actief, maar brandt niet en zowel de borstels als de ventilator werken
niet.
Motortoerental te hoog.
Het motortoerental is correct. De schakelaar voor de ventilator brandt niet in de standen AUTO en
MAN voor de ventilator, maar brandt als de extra uitrusting moet worden geactiveerd (hogedrukpomp).
De aansluitingen zijn intact, maar de schakelaar wordt niet goed gevoed.
Zekering F07 is intact.
De ventilator staat in de stand AUTO, de bediener zit op de stoel, de schakelaar voor de borstels is
ingeschakeld en brandt, maar zowel de borstels als de ventilator werken niet.
De diagnose voor de microschakelaar van de stoel is positief en relais K16 werkt correct en wordt na 3
seconden gereset als de bediener weer op de stoel zit.
Relais K21 wordt niet geactiveerd, maar de voeding op pen 86 is aanwezig.
Relais K21 wordt regelmatig geactiveerd, maar de spanning op pen 87 is niet aanwezig.
Relais K21 gaat open en op pen 87 is spanning aanwezig.
De ventilator staat in de stand AUTO, de bediener zit op de stoel, de schakelaar voor de borstels
is ingeschakeld en brandt, de borstels draaien, het display gaat in de werkconfi guratie, maar de
ventilator werkt niet.
Het controlelampje voor afvalcontainer omhoog brandt.
Het controlelampje voor afvalcontainer omhoog is uit, de ventilator draait niet en de veegmachine
heeft vol vermogen tijdens het verplaatsen.
Het controlelampje voor afvalcontainer omhoog is uit, de ventilator draait niet en de veegmachine
heeft beperkt vermogen tijdens het verplaatsen.
De ventilator staat in de stand AUTO, de bediener zit op de stoel, de schakelaar voor de borstels
is ingeschakeld en brandt, de borstels draaien, het display gaat in de werkconfi guratie, maar de
ventilator werkt niet.
Het controlelampje voor klep open brandt.
Het controlelampje voor klep open is uit.
Op de pen is spanning aanwezig.
Op de pen is geen spanning aanwezig.
Relais K21 is niet geactiveerd omdat het regelcircuit van het voertuig geen uitgangssignaal levert ook
al is het ingangssignaal voor de bediening actief.
De motor is defect.
De pomp is defect.
RS 1301
GEBRUIKSAANWIJZING
Waarschijnlijke oorzaak
33018310(3)2010-01 A
NEDERLANDS
57