Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Nilfisk RS 1301 Betriebsanleitung, Originalanleitung Seite 240

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

NEDERLANDS
24.
De aanzuigmond en de zijborstels omlaag brengen door op de knop te drukken (37, Afb. D).
WAARSCHUWING!
De aanzuigmond en de borstels gaan alleen omlaag als het motortoerental minstens 1.500 omw/min is.
25.
De derde borstel omlaag brengen door de manipulator naar voren te brengen (46, Afb. D). Indien het nodig mocht zijn om de
borstel tijdens het werk omhoog te brengen, de manipulator (46) naar achteren brengen.
26.
Controleer het niveau en, indien nodig, vul het water bij in de tanks van de stofneerslaginstallatie terwijl u de betekenis van de
symbolen verifi eert (12, Afb. H):
hoofdtank en secundaire tank vol
hoofdtank leeg en secundaire tank vol
hoofdtank en secundaire tank leeg. In deze toestand, stoppen de stofneerslaginstallatie en de hogedruk-
reinigingsinstallatie na ongeveer 5 seconden met werken.
!
defect in het detectie- of weergavesysteem van het waterniveau voor de tanks van de stofneerslaginstallatie. Neem
contact op met een Nilfi sk Servicecentrum.
WAARSCHUWING!
Een beveiligingssysteem zorgt dat de waterpompen niet worden ingeschakeld als het niveau in de watertanks
langer dan 10 seconden laag blijft.
27.
Doe indien nodig de kraantjes van het water van de installatie voor stofbestrijding (10, 11, 12, Afb. E) aan met inachtneming
van de volgende aanwijzingen:
Kraantje (10, Afb. E) van de spuitmonden van de installatie voor stofbestrijding van de aanzuigslang: altijd aandoen,
behalve als het te reinigen wegdek nat is. Dit kraantje stuurt het water ook naar de spuitmond van de installatie voor
stofbestrijding van de aanzuigslang aan de achterkant (optioneel).
Kraantje (11, Afb. E) van de spuitmonden van de installatie voor stofbestrijding van de zijborstels: aandoen wanneer het
wegdek droog en stoffi g is.
Kraantje (12, Afb. E) van de spuitmonden van de installatie voor stofbestrijding van de derde borstel: aandoen wanneer het
wegdek droog en stoffi g is.
28.
Zet als volgt de waterpompen van de installatie voor stofbestrijding aan met de schakelaar (27, Afb. D):
bij de eerste slag van de schakelaar sproeien de spuitmonden een gemiddelde waterhoeveelheid
(gebruiken wanneer er weinig stof is)
bij de tweede slag van de schakelaar sproeien de spuitmonden de maximale waterhoeveelheid
(gebruiken wanneer er veel stof is)
WAARSCHUWING!
De machine is voorzien van een mechanisme dat de toevoer van water uit de spuitmonden mogelijk maakt, ook
als de schakelaar voor de waterpompen (27, Afb. D) is ingedrukt, maar alleen als de draaifunctie van de borstels
en de aanzuigventilator zijn ingeschakeld. Als de ventilator alleen handmatig met de schakelaar (30, Afb. D)
wordt geactiveerd voor het gebruik van de slang aan de achterkant, kan er water uit de spuitmonden komen als
de schakelaar voor de waterpompen (27) wordt gebruikt.
29.
Trek de parkeerrem met de hendel (13, Afb. E) uit.
30.
Start het veegwerk door de machine met de handen op het stuur (28, Afb. D) te bewegen. Druk geleidelijk op het voorste deel
van het pedaal (26) om de machine voorwaarts te bewegen of op het achterste deel om de machine achterwaarts te bewegen.
De bewegingssnelheid is instelbaar van nul tot de maximale waarde via de druk op het pedaal.
Tijdens de werkzaamheden verzamelt de machine licht materiaal (zoals stof, papier, bladeren, enz.) en zwaarder materiaal
(steentjes, fl essen, enz.).
LET OP!
De machine is voorzien van een beveiligingssysteem dat de machine in de neutraalstand zet en de hydraulische
functies uitschakelt als de bediener langer dan 3 seconden niet op de bestuurdersstoel zit (14, Afb. E). De
rijfunctie en de hydraulische functies die vóór de onderbreking zijn uitgeschakeld, worden automatisch
weer ingeschakeld als de bediener weer op de bestuurdersstoel gaat zitten (14). Het is ook mogelijk alleen
de aanzuigventilator in te schakelen voor het gebruik van de handmatige slang aan de achterkant en de
hogedrukpomp voor het gebruik van het reinigingssysteem.
OPMERKING
Alle borstels (19, 20, 21, Afb. G) kunnen ook als de machine beweegt omlaag en omhoog worden gebracht.
De borstels draaien ook als ze omhoog staan.
LET OP!
Laat de veegmachine niet stilstaan met de blaasmond omlaag en de borstels draaiend.
26
GEBRUIKSAANWIJZING
33018310(3)2010-01 A
RS 1301

Werbung

Inhaltsverzeichnis

Fehlerbehebung

loading

Inhaltsverzeichnis