NEDERLANDS
BESCHRIJVING ALARMMELDINGEN
OPMERKING
De alarmmeldingen zijn onderverdeeld in 'in het instrument (2, Afb. D)' en 'in de communicatiekabel voor data van het
regelcircuit (AIA)'.
LET OP!
De alarmmeldingen worden maximaal 5 seconden weergegeven. Na die tijd wordt de alarmmelding opgeslagen
in de B_BOX (zie het deel Beschrijving van de displayfuncties).
De alarmmeldingen in het instrument worden ook in de LIJST MET ALARMMELDINGEN weergegeven (zie
ALARM.01 en ALARM.02 in het deel Beschrijving van de displayfuncties).
De alarmmeldingen in het instrument worden gekenmerkt door de algemene tekst 'ALARM' (6, Afb. I) en door enkele symbolen
die de oorsprong (2) en de ernst (1) van de alarmmelding aangeven. Op de tweede tekstregel wordt de omschrijving van de
alarmmelding aangegeven (3, Afb. I). Bij enkele ernstige alarmmeldingen wordt de machine automatisch uitgeschakeld, wat wordt
aangegeven door de weergave (4, Afb. I), die zich voordoet na het resetten van de urenteller (5) die in 20 seconden gaat aftellen.
Bij de weergave van de interne alarmmeldingen voor de instrumenten kunnen er drie symbolen voor de ernst worden weergegeven:
Alarmmeldingen waarbij de werking van de machine niet in gevaar komt. Controleer/vervang het onderdeel dat de storing
-
vertoont.
-
Ernstige alarmmeldingen waarbij de machine niet wordt uitgeschakeld. Neem contact op met een Nilfi sk Servicecentrum.
Ernstige alarmmeldingen waarbij de machine wordt uitgeschakeld. Neem contact op met een Nilfi sk Servicecentrum.
-
STOP
De volgende alarmen in het instrument worden op het display (17, Afb. D) waargenomen en aangegeven:
–
Sensor brandstofpeil kortsluiting (13, Afb. I)
–
Sensor brandstofpeil onderbroken (12, Afb. I)
–
Oververhitting koelvloeistof dieselmotor (11, Afb. I) (dieselmotor wordt automatisch uitgeschakeld)
–
Te lage druk voor olie van dieselmotor (14, Afb. I) (dieselmotor wordt automatisch uitgeschakeld)
–
Water in brandstof (15, Afb. I)
–
Oververhitting hydraulische olie (16, Afb. I)
–
Sensor motorkoelvloeistoftemperatuur open of losgekoppeld (17, Afb. I)
–
Sensor motorkoelvloeistoftemperatuur kortsluiting (18, Afb. I)
–
Sensor motoroliedruk open of losgekoppeld (19, Afb. I)
Als de bovengenoemde alarmen zich voordoen, gaan de betreffende lampjes branden; deze lampjes werden al in het hoofdstuk
Beschrijving van het bedieningspaneel en de knoppen beschreven.
De alarmmeldingen voor de datatransmissiekabel van het regelcircuit (AIA) worden aangegeven met de algemene tekst
'SYSCODE' (9, Afb. I), samen met een cijferreeks met 2 cijfers (10) voor het alarm, dat moet worden doorgegeven aan het Nilfi sk
servicecentrum. De alarmen zijn de volgende:
•
SYSCODE.99: Regelcircuit (AIA) losgekoppeld
•
SYSCODE.08: Signaal van de sensor voor afvalcontainer niet aanwezig bij heffen
•
SYSCODE.07: Signaal van de sensor voor het motortoerental niet waargenomen bij het starten van de machine
ACCESSOIRES / OPTIES
Naast de onderdelen van de standaarduitvoering kan de machine worden uitgerust met de volgende accessoires, volgens het
gebruik van de machine:
–
derde borstel
–
borstels met hardere of zachtere haren dan de standaardborstel
–
cameraset
–
reinigingsinstallatie met hogedruk water
–
aansluiting autoradio
–
voorste handaanzuigslang
–
airconditioning
–
voorbereiding voor sneeuwruimeruitrusting
–
set voor zoutstrooi-uitrusting
–
set voor sneeuwruimeruitrusting met borstel
20
GEBRUIKSAANWIJZING
33018310(3)2010-01 A
RS 1301