3.6 Adrestoewijzing
1ste pompmodule
2de pompmodule
1ste invoer/uitvoer-module
2de invoer/uitvoer-module
5. Richt de R100 naar de IO 351 en druk op [OK].
Zie afb. 7.
6. Druk op [>] om bij het INSTALLATIE menu te
komen.
7. Druk op [] om bij Nummer (adres) te komen.
8. Stel het adres in met [+] en [-].
9. Richt de R100 naar de IO 351 en druk op [OK].
Rood
Afb. 7
R100 en signaallampjes
4. Opstarten
Het opstarten dient te worden uitgevoerd door geau-
toriseerd personeel.
Waarschuwing
Lees de installatie- en bedieningsinstruc-
ties van het desbetreffende product voor-
dat u inschakelt.
126
5. Functies van signaallampjes
Zie afb. 7.
Adres
Aanduiding
31
Het groene sig-
32
naallampje is uit.
41
Het groene sig-
42
naallampje knip-
pert langzaam
(1 Hz).
Het groene sig-
naallampje brandt
continu.
Het groene sig-
naallampje knip-
pert snel (5 Hz).
Het rode signaal-
lampje knippert.
6. Technische gegevens
Stootspanningen die typisch aanwezig zijn op de net-
voeding zijn categorie 2.
Hoogte boven zeeniveau
Maximaal 2000 m.
Groen
Omgevingstemperatuur
•
•
•
Relatieve luchtvochtigheid
Van 5 % tot 95 %.
Verontreinigingsgraad
Categorie 2.
Beschrijving
De elektriciteitstoevoer is onder-
broken.
De module is bedrijfsklaar, maar
er is nog geen communicatie.
De elektriciteitstoevoer is inge-
schakeld, en de module wordt
opgestart.
De module is bedrijfsklaar, en er
is communicatie tussen de
IO 351 en de CU 351.
Er is communicatie tussen de
IO 351 en de R100.
Tijdens bedrijf: 0 °C tot +50 °C.
(mag niet aan direct zonlicht worden blootge-
steld).
In opslag: -20 °C tot +60 °C.
Tijdens transport: -20 °C tot +60 °C.