Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Lokatie; Beschermingsklasse; Klemmen; Montage - Grundfos IO 351 Montage- Und Betriebsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für IO 351:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 32

3.1 Lokatie

De IO 351 is ontworpen voor installatie binnenshuis.
Voor installatie buitenshuis dient de IO 351 in een
geschikt paneel gemonteerd te zijn.

3.2 Beschermingsklasse

Om het uitwendige verontreinigingsniveau tot maxi-
maal 2 te verlagen dient de IO 351 te worden geïn-
stalleerd in een beschermende ruimte met minimale
IPX4 bescherming overeenkomstig IEC 60529. De
kast moet van een vlamvertragend materiaal zijn
gemaakt.

3.3 Klemmen

Alle klemmen zijn geschikt voor geleiders van 0,5 tot
2
en met 2,5 mm
of AWG 20-13.

3.4 Montage

De IO 351 is geschikt voor montage aan een 35 mm
DIN-rail (EN 50022). Aanbevolen hoogte: 7,5 mm.
Voor module-afmetingen en minimale vrije ruimte
boven en onder de module, zie
1. Bevestig de IO 351 door de bovenzijde aan de
DIN-rail te haken en de onderzijde tegen de rail
te houden.
2. Druk de vergrendellipjes (pos. 1) in de module
zoals is weergegeven in afb. 5.
3. Sluit de geleiders aan, zie
ingangen en
uitgangen.
Als de modules verticaal gemonteerd worden is het
raadzaan om onder de laagste module een eindstop
op de rail aan te brengen.
Afb. 5
Monteren aan DIN-rail
13.
Afmetingen.
8. Overzicht van

3.5 EMC-correcte installatie

De IO 351 wordt doorgaans in een paneel gemon-
teerd dat ook een CU 351 en frequentie-omzetters,
contactgevers en andere stroomapparatuur bevat.
Om een storingsvrije werking te garanderen is het
zeer belangrijk om de elektronische modules op een
EMC-correcte wijze te installeren:
Gebruik afgeschermde kabels voor GENIbus.
Sluit de afscherming aan op de kabelklem van de
module die zich voor de klemmen AA, YY en BB
bevindt.
Afb. 6
Afscherming vastgezet met kabelklem
Isolerend plastic tape tussen afscherming en omhul-
sel moet worden verwijderd voordat de kabel in de
kabelklem wordt gemonteerd.
Signaalgeleiders voor digitale en analoge ingangen
en uitgangen dienen te worden afgeschermd, d.w.z.
laat de afscherming helemaal terechtkomen bij de
IO 351 en verbind deze aan de massa met bijvoor-
beeld een kabelklem.
Als alternatief kunnen de signaalgeleiders in het
paneel niet worden afgeschermd indien het paneel is
verdeeld in een gebied voor stroomvoorziening en
een gebied met lage spanning. Niet-afgeschermde
signaalgeleiders mogen niet in het gebied voor
stroomvoorziening terechtkomen, maar alleen in lei-
dingen in het gebied met lage spanning.
Zorg dat de uiteinden van de afscherming niet
gedraaid zijn, aangezien dat het afschermingsef-
fect teniet zal doen bij hoge frequenties. Gebruik
kabelklemmen.
4. De moduleconstructie zorgt voor een goed elek-
trisch contact met de DIN-rail. De DIN-rail moet
daarom een goede verbinding met de functionele
aarding hebben. Als de module zonder een DIN-
rail door middel van de vier bevestigingsopenin-
gen (pos. 6) wordt gemonteerd, moet er een ver-
binding zijn met de functionele aarding door de
armatuur (pos. 3). Zie afb.
Gebruik getande sluitringen en galvanisch gelei-
dende montageplaten.
1
of 2.
125

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis