Let op! De waterpomp (18) start automatisch wanneer
de aandrijfmotor (5) wordt ingeschakeld! Met de afsl-
uitkraan (16) kunt u de watertoevoer naar de diamants-
lijpschijf (14) regelen.
12. Bediening/werkinstructies
m LET OP!
Het apparaat moet voor de ingebruikname volledig
zijn gemonteerd!
12.1 90°-snedes (afb. 13)
1.
Draai de vleugelschroef (c) los.
2.
Zet de hoekaanslag (13) op 90° en draai de vleu-
gelschroef (c) weer vast.
3.
Draai de vleugelschroef (b) vast om de hoekaan-
slag (13) te fixeren.
4.
Schakel de machine in met de aan/uit-schakelaar
(2).
5.
Druk het werkstuk tegen de aanslag (13) en duw
het met de rolslede (6) tegen de diamantslijpschijf
(14) en snij het volledig in één stuk door.
6.
Schakel de machine weer uit.
12.2 45° diagonale snede (afb. 13)
1.
Draai de vleugelschroef (c) los.
2.
Zet de hoekaanslag (13) op 45° en draai de vleu-
gelschroef (c) weer vast.
3.
Draai de vleugelschroef (b) vast om de hoekaan-
slag (13) te fixeren.
4.
Maak de snede zoals beschreven onder "90° sne-
den".
12.3 Zaagsneden met vaste zaagdiepte (afb. 15, 16)
In deze snede is de snijkop (4) vastgezet. Het werkstuk
wordt met de rolslede (6) tegen de diamantslijpschijf
(14) geduwd en volledig in één stuk doorgesneden.
Let er bij het snijden op dat de druk gelijkmatig is en
aangepast aan het motorvermogen!
1.
Draai de stergreepschroef (e) op de snijkop-een-
heid (4) los en duw de snijarm naar boven.
2.
Plaats het te zagen werkstuk op de rolslede (6) en
plaats de stationaire doorslijpschijf (14), met een
vol segment, losjes op het werkstuk.
3.
Trek het werkstuk met de rolslede (6) zo ver naar
achteren dat u de diamantslijpschijf (14) iets kunt
laten zakken.
4.
Zet de gewenste zaagdiepte vast met de ster-
greepschroef (e).
5.
Vergrendel de zaagdiepte met de stergreep-
schroef (f) op de snijkop-eenheid (4).
82 | NL
Let op! Houd of druk het geleide werkstuk altijd op de
overeenkomstige werkstukaanslag (7 + 13).
Let op! Wacht tot het koelwater de doorslijpschijf (14)
heeft bereikt.
12.4 Snijden zonder vaste zaagdiepte (afb. 16, 17)
Om gemakkelijker grotere snijdieptes te kunnen za-
gen, wordt een niet vastgestelde zaagdiepte aanbe-
volen. Hierdoor wordt de motor (5) minder belast en
wordt de diamantslijpschijf (14) ontzien.
Tijdens deze snede wordt het werkstuk heen en weer
bewogen met de rolslede (6) onder de snijkop, die niet
is vastgezet. De snijkop (4) wordt met de rechterhand
naar beneden gedrukt.
1.
Draai de stergreepschroef (e) op de snijkop-een-
heid (4) los en duw de snijarm naar boven.
2.
Zet de gewenste zaagdiepte vast met de ster-
greepschroef (f).
3.
Laat de snijkop-eenheid (4) met de diamantslijp-
schijf zakken.
4.
Laat de stergreepschroef (e) los.
Let op! De diamantslijpschijf (14) moet ca. 3 mm onder
de bovenrand van de rolslede (6) kunnen worden neer-
gelaten. De diamantslijpschijf mag de rolslede niet raken.
12.5 Snijden met de snijkop - draai-inrichting /
versteksnedes (afb. 18 - 20)
Ontgrendel de draai-inrichting van de snijkop met de
hefboomschroef (d) en zwenk de snijkop (4) 45° tot
aan de aanslag.
Draai de hendel weer vast.
Let op! Controleer de instelling van de aanslaginstel-
ling voordat u begint te snijden. De diamantslijpschijf
mag de rolslede niet raken.
Maak de snede zoals beschreven onder "90° sneden".
12.6 Diamantslijpschijf verwisselen (afb. 17, 18,
21, 22)
m Let op!
Trek de voedingsstekker uit het stopcontact.
Voorzichtig!
• Snijgevaar bij de diamantslijpschijf!
• Draag handschoenen bij het verwisselen van de di-
amantslijpschijf.
• Controleer de doorslijpschijf op draairichting, con-
centriciteit en eventuele beschadigingen!
1.
Trek de voedingsstekker uit het contact.
2.
Draai de stergreepschroef (e) op de snijkop-een-
heid (4) los en duw de snijarm helemaal omhoog.
www.scheppach.com