Instructies voor veilig gebruik – F
Afbeelding 10 geeft een FFI weer die stroom krijgt van
een ROC800. Voor communicatie met de ROC800 en
het netwerk worden de Ethernetaansluitingen op de FFI
gebruikt.
VOEDT
Afbeelding 10. Integrale bedrading van de FFI
Bedrading van de FFI als zelfstandig apparaat
Als u besluit de FFI als zelfstandig apparaat te
configureren, gescheiden van een ROC800, moet u de
FFI op een eigen voeding aansluiten. Zie Afbeelding 11.
VOEDT
Afbeelding 11. Zelfstandige bedrading van de FFI
EXTERNE
VOEDING
VOEDT
EXTERNE
VOEDING
EXTERNE
VOEDING
VOEDT
veldbusinterface
OUNDATION
AARDING VAN DE FFI
Als in uw bedrijf geen specifieke aardingseisen gelden,
installeert u de FFI als een "zwevend" (niet op de
aarde aangesloten) systeem. Volg anders de
specifieke aardingsvoorschriften van uw bedrijf.
Als u echter een geaard apparaat op een (RS-485)-
poort van de FFI EIA-485 aansluit, dient u de
voedingsbron van de FFI te aarden.
Volg de onderstaande richtlijnen als u het apparaat
moet aarden:
•
Als het apparaat een gelijkspanningsbron
gebruikt, moet de aarding bij het uitschakelpunt
eindigen. Alle aarddraden van het apparaat -
met inbegrip van de kabels of leidingen met
stroomdraden - dienen een ononderbroken pad
naar het uitschakelpunt te volgen.
•
Een verkeerde of onvoldoende aarding kan vaak
storingen veroorzaken, zoals het vormen van
aardlussen in het systeem. Door een correcte
aarding van de FFI worden de effecten van
elektrische stoorsignalen gereduceerd en wordt
het apparaat beschermd tegen blikseminslag.
Installeer een overspanningsbeveiliging bij het
uitschakelpunt van gelijkspanningsbronnen om
de geïnstalleerde apparatuur te beschermen
tegen blikseminslag en piekspanningen. Het
verdient mogelijk ook aanbeveling om een
overspanningsbeveiliging voor de
inbelmodemkaart te monteren.
Sluit de voedingsbekabeling aan. Bepaal de
voedingsvereisten zoals beschreven in Hoofdstuk 3
van de handleiding van de Foundation
veldbusinterface (document A6259).
Polariteit van de aansluiting controleren
1. Voor het aansluiten van de gelijkspanningsvoeding:
•
Volg, indien nodig, de procedure voor het
maken van een back-up van de configuratie-
en logdata.
•
Installeer anders een overspanningsbeveiliging
bij het uitschakelpunt.
•
Verwijder alle andere voedingsbronnen van
de ROC800.
•
Monteer een zekering bij de ingangsvoeding.
•
Haal de connector van het aansluitingenblok
uit de bus.
•
Steek het gestripte uiteinde van elke kabel in
de klem onder de relevante BAT+ / BAT–
aansluitschroef (voor de bron van 12 Volt DC)
OF in de klem onder de relevante +/–
-aansluitschroef (voor de bron van 24 Volt DC).
Opmerking: de + aansluitschroef zou ook
Document A6296
Pagina 6
een zekering moeten hebben.