b) Draairichting van de servo (REV) instellen
Al naar de inbouwpositie en de besturingswijze van het model kan het nodig zijn om de draai-
richting van een servo en zodoende ook de functierichting van het bijbehorende bedienings-
element van de afstandsbediening te wijzigen.
Als u het stuurwiel van de zender (zie afbeelding 1, positie 2) naar links draait, maar de wielen
van het voertuig naar rechts draaien, moet u de reverse-functie voor kanaal 1 (CH1) activeren.
Ga hiervoor als volgt te werk:
• Schakel de zender in. Op het LCD-scherm van de zen-
der verschijnt de bedrijfsaanduiding.
• Om de vereiste draairichting van de stuurservo in te
stellen, drukt u 1 keer op de set-toets (zie afbeelding
1, positie 12).
Aan de linkerrand van het scherm verschijnt nu de
weergave CH1 voor de stuurservo, de laatst ingestelde
draairichting wordt met een pijl weergegeven.
• Druk binnen 5 seconden de insteltoets DT1 (zie af-
beelding 1, positie 3) in een willekeurige richting.
Bij elke bediening van de toets wordt de draairichting
van de stuurservo veranderd. Op het scherm veran-
dert de weergave van de pijl met de draairichting van
"NOR" naar "REV" (reverse = omgekeerd) of van "REV"
naar "NOR".
• Vijf seconden na het laatste indrukken van de toets
wordt de geselecteerde draairichting opgeslagen en
het scherm schakelt naar de bedrijfsaanduiding om.
• Om de vereiste draairichting van de gasservo in te
stellen, drukt u na het inschakelen 2 keer op de set-
toets (zie afbeelding 1, positie 12).
Aan de linkerrand van het scherm verschijnt nu de
weergave CH2 voor de gasservo, de laatst ingestelde
draairichting wordt met een pijl weergegeven.
• De instelling van de draairichting van de gasservo vindt
volgens hetzelfde schema als bij de stuurservo plaats.
Afb. 13
125