Eko CORE Benutzerhandbuch Seite 251

CORE™ omvat een draadloze Bluetooth-gegevenskoppeling.
De maximale veldsterkte van de door de stethoscoop gegenereerde
radiofrequentie is minder dan drie volt per meter. Dit niveau is veilig
bevonden voor gebruik met andere medische hulpmiddelen. Audio-,
video- en vergelijkbare apparatuur kan echter elektromagnetische
interferentie veroorzaken. Als dergelijke apparaten aanwezig zijn
en interferentie veroorzaken, moet de CORE™ onmiddellijk bij deze
apparaten vandaan worden verplaatst en/of de Bluetooth-functie
worden uitgeschakeld.
Neem contact op met uw artsen als u het Eko-hulpmiddel gebruikt.
Om geluid met hoge kwaliteit te garanderen, moet de locatie en
plaatsing van de CORE™ bij de auscultatie in acht worden genomen.
Om de Bluetooth-verbinding te verbeteren, vermindert u de afstand
tussen het Eko-hulpmiddel en het mobiele apparaat of zorgt u ervoor dat
deze zich in elkaars gezichtsveld bevinden. Als objecten (muren, meubels,
mensen enzovoorts) zich tussen het Eko-hulpmiddel en een hieraan
gekoppeld mobiel apparaat bevinden, vermindert het Bluetooth-bereik.
Om het risico op verstikking en wurging te beperken, zorgt u ervoor dat
alle onderdelen op de juiste wijze aangesloten en opgeborgen zijn. Uit de
buurt van kinderen houden.
Allergische reactie: Van onderdelen van de Eko CORE™ digitale
stethoscoop is niet bekend dat deze allergische reacties veroorzaken.
GEBRUIK de digitale stethoscoop NIET meer als u een allergische reactie
vertoont op de materialen van het apparaat of als uw huid geïrriteerd of
ontstoken lijkt na gebruik. Raadpleeg een arts voordat u het hulpmiddel
weer gebruikt.
Waarschuwing: Gebruik de Eko CORE™ digitale stethoscoop niet in een
zuurstofrijke omgeving!
6. EMC-naleving
FCC-certificering voor intentionele RF-zenders
FCC-ID: 2ANB3-E6
FCC-verklaringen VS
47 CFR deel 15.105 vereiste verklaring voor klasse B:
Deze apparatuur is getest en in overeenstemming bevonden met de
limieten voor een digitaal apparaat van klasse B, conform deel 15 van de
FCC-richtlijnen. Deze limieten zijn opgesteld om redelijke bescherming
tegen schadelijke interferentie in een woonomgeving te bieden. Deze
apparatuur genereert en gebruikt radiofrequentie-energie en kan
dit uitzenden. Indien de apparatuur niet in overeenstemming met de
instructies wordt gebruikt en geïnstalleerd, kan dit schadelijke interferentie
van radiocommunicatie tot gevolg hebben. Er is echter geen garantie dat
interferentie niet in een specifieke installatie optreedt.
Als deze apparatuur schadelijke interferentie voor radio of televisie
veroorzaakt (dit kan worden vastgesteld door de apparatuur in en weer uit
te schakelen), wordt de gebruiker aangeraden om de interferentie aan de
hand van een van de onderstaande maatregelen te corrigeren:
• Richt de ontvangende antenne opnieuw of verplaatst deze.
• Vergroot de afstand tussen de apparatuur en ontvanger.
251