Scheppach HS210 Originalbetriebsanleitung Seite 103

• Maak een testsnede voor het meten van de breedte,
voordat u het eigenlijke werkstuk zaagt. Zo voorkomt
u onnauwkeurigheden van de schaalverdeling of de
instelling.
9.4.4 Aanslaglengte instellen (afb. 11)
Om het vastklemmen van het zaagmateriaal te voorko-
men, kan de aanslagrail (6) in de lengterichting worden
verschoven.
Vuistregel: Het achterste einde van de aanslag stoot
tegen een bedachte lijn, die ongeveer bij het midden
van het zaagblad begint en onder een hoek van 45°
naar achteren verloopt.
1. Stel de gewenste zaagbreedte in.
2. Draai de stergreepmoeren (7a) los en schuif de
aanslagrail (6) zo ver naar voren tot de bedachte
45°-lijn wordt geraakt.
3. Draai de stergreepmoeren (7a) weer vast.
9.5 Gebruik van de afschuiningsaanslag (afb. 12)
Bij het zagen moet de afschuiningsaanslag (16) met
de aanslagrail (6) vanuit de parallelaanslag (7) worden
verlengd.
9.5.1 Dwarsaanslag verlengen (afb. 12)
1. Verwijder eveneens de aanslagrail (6) van de pa-
rallelaanslag (7).
2. Schuif de afschuiningsaanslag (16) in een groef
(15) van de zaagtafel.
3. Maak de vastzetgreep (17) los door deze tegen de
wijzers van de klok in te draaien.
4. Draai de afschuiningsaanslag (16) tot de pijl naar
de gewenste hoek wijst.
5. Zet deze positie vast door de vastzetgreep (17)
rechtsom draaien.
6. Schuif de aanslagrail (6) langs de groef op de zes-
kantbouten (7c).
7. Bevestig de aanslagrail (6) met behulp van de ster-
greepmoeren (7a) en ringen (7b) op de afschui-
ningsaanslag (16).
LET OP:
De aanslagrail niet te ver in de richting van het zaag-
blad schuiven. De afstand tussen de aanslagrail (6) en
het zaagblad (4) moet ca. 2 cm bedragen.
10. Bedrijf
Werkinstructies
• Na elke nieuwe instelling adviseren wij een testsne-
de om de ingestelde afmetingen te controleren.
• Na het inschakelen van de zaag moet u wachten tot
het zaagblad het maximum toerental heeft bereikt,
voordat u de snede uitvoert.
• Let op bij het insnijden.
• Bedien het apparaat alleen met een geschikte
spanenafzuiginstallatie.
• Controleer en reinig regelmatig de afzuigkanalen.
10.1 Langssneden uitvoeren (afb. 13)
Gevaar!
Zaag rechthoekige werkstukken altijd met de lang-
ste zijde langs de parallelaanslag. Nooit met de
korte zijde! Gevaar voor terugslag!
Hierbij wordt een werkstuk in de lengterichting door-
gezaagd. Eén zijde van het werkstuk wordt tegen de
parallelaanslag (7) gedrukt, terwijl de vlakke zijde op
de zaagtafel (1) ligt.
Controleer of de zaagbladbescherming (2) altijd op
het werkstuk wordt neergelaten. De werkpositie bij de
langssnede mag nooit in een lijn met het zaagverloop
zijn.
1. Stel de parallelaanslag (7) overeenkomstig in
op de hoogte van het werkstuk en de gewenste
breedte (zie 9.4).
2. Schakel eerst de afzuiginstallatie in en daarna de
tafelcirkelzaag.
3. Plaats uw handen met gesloten vingers plat op het
werkstuk en schuif het werkstuk op de parallelaan-
slag (7) langs het zaagblad (4).
4. Zijdelingse geleiding met de linker of rechterhand
(afhankelijk van de positie van de parallelaanslag)
uitsluitend tot aan de voorkant van de zaagbladbe-
scherming (2).
5. Schuif het werkstuk altijd door tot het einde van
de splijtwig (3).
6. Het zaagafval blijft op de zaagtafel (1) liggen tot
het zaagblad (4) zich weer in rustpositie bevindt.
Let op: Voor het verwijderen van zaagafval scha-
kelt u de zaag uit en wacht u tot het zaagblad (4)
volledig tot stilstand is gekomen.
7. Ondersteun lange werkstukken, om te voorkomen
dat ze na het zagen omkantelen (bijv. met een rol-
staander etc.).
www.scheppach.com NL | 103