Herunterladen Diese Seite drucken

Depuy Synthes EXPEDIUM VERSE Bedienungsanleitung Seite 140

Wirbelsäulensystem

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 38
C. Seniliteit, psychische aandoeningen, alcoholisme
of drugsgebruik. Deze aandoeningen, maar ook
andere, kunnen ertoe leiden dat de patiënt bepaalde
noodzakelijke beperkingen en voorzorgsmaatregelen bij
gebruik van het hulpmiddel negeert, wat kan resulteren
in het falen van het implantaat of andere complicaties.
D. Bepaalde degeneratieve ziekten. In sommige gevallen
kan een degeneratieve ziekte op het moment van
de implantatie zo ver zijn gevorderd dat de ziekte de
verwachte levensduur van het instrument aanzienlijk
kan verminderen. In zulke gevallen kunnen de
orthopedische hulpmiddelen alleen worden beschouwd
als een vertragende techniek of een tijdelijke remedie.
E. Overgevoeligheid voor vreemde lichamen. De chirurg
wordt erop gewezen dat geen enkele preoperatieve test
de mogelijkheid van gevoeligheid of een allergische
reactie volledig kan uitsluiten. Bij patiënten kan
overgevoeligheid of allergie ontstaan nadat implantaten
reeds enige tijd in het lichaam aanwezig zijn.
F. Roken. Bij patiënten die roken, is na chirurgische
ingrepen waarbij bottransplantaat werd gebruikt een
hoger percentage pseudo-artrose waargenomen dan bij
niet-rokende patiënten. Verder is aangetoond dat roken
diffuse degeneratie van tussenwervelschijven veroor-
zaakt. Progressieve degeneratie van naastliggende
segmenten ten gevolge van roken kan leiden tot
klinische mislukking (terugkerende pijn) zelfs na
geslaagde fusie en aanvankelijke klinische verbetering.
G. De veiligheid en effectiviteit van deze instrumenten zijn
niet vastgesteld voor gebruik als onderdeel van een
groeistaafconstructie voor kinderen. Deze instrumenten
zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik wanneer een defi-
nitieve fusie op alle instrumentniveaus wordt uitgevoerd.
H. De toepassing van pedikelschroeffixatie bij kinderen kan
aanvullende risico's met zich meebrengen wanneer de
patiënten klein zijn en het skelet nog niet is volgroeid.
Kinderen kunnen kleinere wervelkolomstructuren hebben
(pedikeldiameter of -lengte) waardoor het gebruik van
pedikelschroeven is uitgesloten of het risico op onjuiste
plaatsing van de pedikelschroef toeneemt, alsook het
risico op neurologisch of vasculair letsel. Patiënten met
een onvolgroeid skelet die een wervelkolomfusieproce-
dure ondergaan kunnen groei in de lengterichting
van de wervelkolom hebben, of lopen risico op
rotationele wervelkolommisvormingen (het zogenaamde
'krukas- fenomeen') als gevolg van een aanhoudende
differentiële groei van de anterieure wervelkolom.
Andere bijwerkingen van pedikelschroeffixatie, zoals
verbuiging van schroef of staaf, breuk of losraking, kunnen
ook bij kinderen optreden. Kinderen kunnen een verhoogd
risico hebben op instrumentgerelateerd letsel vanwege hun
kleinere postuur.
VOORZORGSMAATREGELEN
1. CHIRURGISCHE IMPLANTATEN MOGEN NOOIT
OPNIEUW WORDEN GEBRUIKT. Een verwijderd metalen
implantaat mag nooit opnieuw worden geïmplanteerd. Ook
al lijkt het systeem op zich onbeschadigd, het kan kleine
beschadigingen en interne stresspatronen bevatten die
kunnen leiden tot vroegtijdige breuk. Hergebruik kan het
functioneren van het instrument negatief beïnvloeden en
de patiëntveiligheid in gevaar brengen. Hergebruik van
apparaten voor eenmalig gebruik kan tevens kruisbesmet-
ting veroorzaken, met infectie van de patiënt als gevolg.
2. CORRECTE BEHANDELING VAN HET IMPLANTAAT IS
UITERST BELANGRIJK. Metalen implantaten mogen uit-
sluitend worden bijgevormd met daarvoor geschikte appara-
tuur. De opererend chirurg moet tijdens het aanbrengen
van de contouren vermijden om de apparaten te beschadi-
gen door insnijdingen of krassen te maken of door verkeerd
te buigen. Vormverandering veroorzaakt defecten in de
oppervlaktelaag, evenals interne druk, wat uiteindelijk kan
leiden tot het breken van het implantaat. Het buigen van
schroeven zal het optreden van materiaalmoeheid
aanzienlijk versnellen en kan defecten veroorzaken.
3. OVERWEGINGEN VOOR VERWIJDERING VAN HET
IMPLANTAAT NA GENEZING. Als het hulpmiddel na het
bereiken van het gebruiksdoel niet wordt verwijderd, kunnen
één of meer van de volgende complicaties optreden:
(1) corrosie met plaatselijke weefselreactie of pijn;
(2) migratie van de positie van het implantaat, resulterend in
letsel; (3) risico van verder letsel door postoperatief trauma;
(4) verbuigen, losraken en/of breuk, wat het verwijderen
onpraktisch of moeilijk kan maken; (5) pijn, ongemak of
ongebruikelijke gewaarwordingen vanwege de aanwezig-
heid van het hulpmiddel; (6) vergrote kans van infectie;
(7) botverlies als gevolg van belastingvermijding. De chirurg
moet bij de beslissing om het implantaat al dan niet te
verwijderen de voordelen zorgvuldig afwegen tegen de
nadelen. Verwijdering van het implantaat moet worden
gevolgd door adequate postoperatieve behandeling om een
nieuwe fractuur te vermijden. Indien de patiënt ouder is en
een laag activiteitenniveau heeft, kan de chirurg ervoor
kiezen het implantaat niet te verwijderen om zo de risico's
waarmee een tweede operatie gepaard gaat, te vermijden.
4. ADEQUATE PATIËNTENVOORLICHTING. Postoperatieve
zorg en het vermogen en de bereidheid van de patiënt de
instructies op te volgen, behoren tot de belangrijkste
aspecten van succesvolle genezing van het bot. De patiënt
moet op de hoogte worden gesteld van de beperkingen
van het implantaat en moet worden geïnstrueerd fysieke
activiteiten te beperken, vooral til- en draaibewegingen en
elke vorm van sportbeoefening. De patiënt moet begrijpen
dat een metalen implantaat niet zo sterk is als normaal
gezond bot en los kan raken, kan buigen en/of breken als
er te hoge eisen aan worden gesteld, vooral als het bot
nog niet volledig genezen is. Implantaten die verschoven
of beschadigd zijn door verkeerde activiteiten, kunnen
migreren en de zenuwen of bloedvaten beschadigen. Een
actieve, verzwakte of dementerende patiënt die niet in staat
is om gewichtsondersteunende hulpmiddelen op correcte
wijze te gebruiken, kan met name tijdens postoperatieve
revalidatie risico lopen.
140 of 196

Werbung

loading