Herunterladen Diese Seite drucken

Weidmuller AC SMART ECO Bedienungsanleitung Seite 314

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für AC SMART ECO:

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
Productfuncties
4.11 Digitale ingangen
Een laadproces kan via een extern apparaat worden geautoriseerd. Het
externe apparaat kan worden aangesloten op de digitale ingangen van de
EV-lader.
Elke EV-lader heeft digitale ingangen (12 V DC) bij de aansluitklem X6 op de
besturingsmodule. De functie ervan kan individueel worden geconfigureerd in
de webserver. Bij de productlijn ECO kan één digitale ingang worden ge-
configureerd. Bij de productlijnen VALUE en ADVANCED kunnen vijf digitale
ingangen worden geconfigureerd. De volgende configuraties zijn mogelijk:
Charging authorisation
Een laadproces wordt via een schakelsignaal (high-signaal) bij de digitale
ingang geautoriseerd (externe laadvrijgave, bijv. door een sleutelschakelaar).
De autorisatie is alleen actief bij een logische 1 bij de ingang. Als bij de
ingang een logische 0 aanwezig is, is er geen autorisatie. Een actief laadpro-
ces wordt beëindigd en er wordt geen nieuw gestart.
Current limitation
Voor elke ingang kan een beperking van de laadstroom worden ingesteld.
Als de digitale ingang actief is, wordt de maximale laadstroom beschikbaar
gesteld volgens de instelling. Met de instelling 100% wordt de maximale
laadstroom gebruikt, met de instelling 0% wordt helemaal niet geladen, een
actief laadproces wordt gepauzeerd. Als meerdere current limitations actief
zijn, dan wordt de beperking met de laagste laadstroom toegepast.
Input monitoring
Indien nodig kan een bewaking van de digitale ingangen worden geactiveerd.
Een digitale ingang met de functie current limitation moet een logische 1
aangeven, anders meldt de EV-lader een storing.
4.12 Belasting-/laadmanagement
Het belasting-/laadmanagement regelt het gelijktijdig laden van voertuigen
aan meerdere laadstations. Voor deze functie moeten de laadstations met
elkaar verbonden zijn. In elk laadnetwerk wordt één EV-lader geconfigureerd
als controlbox en de andere als satellietboxen. De maximale laadstroom
die voor het gehele laadnetwerk beschikbaar is, wordt volgens ingestelde
parameters over de vrijgegeven laadstations verdeeld. Belastingpieken,
stroomonderbrekingen en asymmetrische belastingen worden voorkomen.
Om een laadproces te starten, heeft elke EV-lader ten minste 6 A laadstroom
nodig. Als in het laadnetwerk al laadprocessen actief zijn en er minder dan 6
A laadstroom beschikbaar is om een nog voertuig te laden, dan wordt dit laat-
ste voertuig op een wachtlijst geplaatst. Zodra de minimale laadstroom weer
beschikbaar is, wordt het laadproces van het laatst aangesloten voertuig
automatisch gestart. De laadprocessen worden gestart in de volgorde waarin
de voertuigen op het laadnetwerk zijn aangesloten.
Afhankelijk van de productlijn en de technische eisen kan statisch, dynamisch
of extern belasting-/laadmanagement worden toegepast.
314
Handleiding – AC SMART

Werbung

loading