In Bedrijf Nemen; Pompfuncties; Besturing Van Dubbelpompen; Regelmethoden - Grundfos UPE 2000 Series Montage- Und Betriebsanleitung

5. In bedrijf nemen

Schakel de pomp niet in voordat het systeem met
vloeistof is gevuld en is ontlucht. Bovendien dient de
vereiste minimum inlaatdruk aanwezig te zijn aan de
zuigzijde van de pomp, zie hoofdstuk 10. Technische
specificaties . Het systeem mag niet worden ontlucht
via de pomp.
Aangezien de pomp zelfontluchtend is, hoeft deze
voor de inbedrijfstelling niet te worden ontlucht.
Wanneer de inspectieschroef is losge-
draaid (zie afb. 6), kan kokendheet water
onder hoge druk ontsnappen. Men dient er
speciaal op te letten dat ontsnappend wa-
ter geen persoonlijk letsel of materiële
schade veroorzaakt.
Afb. 6
Bij de eerste inbedrijfstelling maakt de pomp wat ge-
luid, doordat er nog lucht in de pomp aanwezig is.
Nadat de pomp enkele minuten heeft gedraaid, be-
hoort het geluid te verdwijnen.
Na het opstarten kunnen de gewenste bedrijfssitua-
tie en opvoerhoogte van de pomp worden ingesteld.

6. Pompfuncties

Sommige pompfuncties kunnen alleen worden gese-
lecteerd met behulp van de afstandsbediening R100.
Waar en hoe de diverse parameters moeten worden
ingesteld, wordt aangegeven in hoofdstuk 7. De
pomp instellen .

6.1 Besturing van dubbelpompen

De fabrieksinstelling kan worden gewijzigd met be-
hulp van de R100.
Afb. 7
Duppelpomp
Slave-pomp
Master-pomp
188
Er zijn 4 bedrijfssituaties beschikbaar. Welke be-
drijfssituatie wordt geselecteerd, is afhankelijk van
de hoogste prioriteit die men toekent aan betrouw-
baarheid, levensduur of capaciteit.
1. Wisselend bedrijf (fabrieksinstelling). Pompwis-
seling elke 24 uur. Een handmatige wisseling kan
gerealiseerd worden door verlaging van de ge-
wenste waarde tot stop. In dat geval past de tijd
zich direct aan, het geen betekent dat de pomp
omwisseling na 24 uur plaatsvind.
Als de voedingsspanning naar de pomp uitge-
schakeld is, schakelt een van beide pompen aan,
als de voedingspanning weer wordt ingescha-
keld.
Werking in geval van storing. In geval van sto-
ring in één pompkop, werkt de in bedrijf zijnde
pompkop continu als een enkele pomp.
2. Standby bedrijf. De slave-pomp is constant in
bedrijf. Iedere 24 uur wordt de master-pomp
langzaam opgestart, waarna deze gedurende on-
geveer 1 minuut draait om te voorkomen dat
deze gaat vastzitten.
Inspectieschroef
Werking in geval van storing. Indien de slave-
pomp wordt gestopt als gevolg van een storing,
werkt de master-pomp continu als een enkele
pomp.
3. Gelijktijdig bedrijf. De master- en de slave-
pomp draaien beide met hetzelfde toerental.
Deze bedrijfssituatie is geschikt indien de volu-
mestroombehoefte groter is dan de volume-
stroom van één pomp.
Werking in geval van storing. Indien zich een
storing voordoet in één pompkop, werkt de in be-
drijf zijnde pompkop continu als een enkele
pomp.
4. Enkel pomp bedrijf, zie ook het supplement van
deze instructies.
De overige functies die in paragrafen 6.2 Regelme-
thoden t/m 6.13 Draadloze afstandsbediening wor-
den besproken, zijn beschikbaar in alle drie de be-
drijfssituaties.

6.2 Regelmethoden

De pompen uit de UPE Serie 2000 kunnen worden
ingesteld op de regelmethode die het meest geschikt
is voor het toegepaste systeem.
Er zijn twee regelmethoden beschikbaar:
• Regeling op basis van drukverschil met leiding-
weerstandcompensatie (fabrieksinstelling),
• Regeling op basis van constant drukverschil.
Regeling op basis van drukverschil met leiding-
weerstandcompensatie:
Kan worden ingesteld via het bedieningspaneel of
de R100.
De opvoerhoogte wordt verlaagd bij een afnemende
waterbehoefte en verhoogd bij een toenemende wa-
terbehoefte, zie afb. 8.
Dit is de fabrieksinstelling, aangezien bij de meeste
systemen dit de optimale regelmethode is, terwijl de
methode tevens het laagste energieverbruik kent.