Aanwijzingen Voor De Montage - Ottobock 3R17 Gebrauchsanweisung

De vergrendeling gebeurt vanzelf.
Belastingslijn
Om de patiënt de mogelijkheid te geven om ook met een los gewricht te
lopen, heeft men de vaststellingshevel (28) zo gebouwd dat de vaststelling
ook in ongeblokkeerde toestand kan gehouden worden.
Voor het afsteunen van de vaststellingshevel (28) kan men de vaststel-
lingseenheid 4F34 inbouwen, die voor links, rechts, trekken en drukken
te gebruiken is.

3 Aanwijzingen voor de montage

10-15 mm
De driedimensionale rangschikking van de prothesekoker en de modulaire
componenten beïnvloeden de statische en dynamische functie van de prothese. Er dient rekening te
worden gehouden met de positie van de beenstomp ten opzichte van de aansluiting met de koker.
Loodlijnen in het frontale en sagittale vlak, die bij de gipsafname en tijdens de pasfase vanuit het
draaipunt van het heupgewricht worden aangegeven, vereenvoudigen het correcte positioneren
van het ingietanker resp. de kokeradapter.
De prothesevoet en het kniescharnier worden volgens de aanbevolen waarden naar de opbouw-
lijn gerangschikt.
Aanbevolen inbouwpositie: De belastingslijn loopt door de voorste bovenste as (d.w.z. dat het
scharnier 10-15 mm naar achteren wordt verplaatst, zie tekening). De positie van de assen
beïnvloedt de functie van het scharnier. Daarom zou bij de basisopbouw de beide onderste assen
in het sagittale vlak waterpas moeten zijn.
Wij adviseren het gebruik van het Ottobock montageapparaat L.A.S.A.R. Assembly 743L200
(of van het opbouwapparaat 743A100). De L.A.S.A.R. Posture 743L100 heeft bewezen een
onschatbare rol te spelen bij het optimaliseren van het aanmeten van de prothese bij de patiënt.
Afhankelijk van de functionele activiteit van de patiënt heeft men de keus uit volgende prothese-
voeten:
• 1G6 Cosmetische voet, 1G9 Pedilan lichtgewicht voet, 1H... Normgelenk-voet, 1S... SACH-
voet of 1D10/1D11 Dynamische voet.
Hoe de montage van de prothesevoeten wordt uitgevoerd, staat beschreven in de gebruiksaan-
wijzing van de betreffende prothesevoet.
4 Nastellen van de vaststelling (afb. 2)
Het nastellen van de vaststelling gebeurt door het stelboutje (5). Het kniegewricht ontgrendelen
en buigen tot het stelboutje zichtbaar wordt (4 mm inbussleutel).
Naar rechts draaien = speling in de aanslag wordt minder
Naar links draaien = speling in de aanslag wordt groter
Let op:
Bij te geringe speling in de aanslag bemoeilijkt men het bedienen van de vaststelling.
5 Uitwisselen van de drukveer (12) (afb. 3)
Messing veerstift (14) met de vlakke kant van een schroevendraaier naar onder drukken tot de
uitsparing van de veerstift uit de voorbrenger-as (20) glijdt.
De veer tegen het eruitspringen vasthouden met de duim!
3333 / 3311 Ottobock | 33