R
4 AAN DE SLAG (vervolg)
4.8 DE MEETSNELHEID & RESOLUTIE KIEZEN
U kunt kiezen uit drie meetsnelheden: 4, 8 en 16 Hz – de meter meet met
4, 8 of 16 metingen per seconde, afhankelijk van de gekozen snelheid.
Druk op Menu/Setup/Meting/Meetsnelheid om de meetsnelheid te
kiezen. In 'Scanmodus' is de meetsnelheid ingesteld op 16 Hz (16
metingen per seconde) – zie sectie 9.3 'Een meting verrichten in
Scanmodus' op pagina nl-19.
De meter heeft een instelbare meetresolutie van 0,1 mm (0,01") -
'Laag', of 0,01 mm (0,001") - 'Hoog', voor nauwkeurigere metingen bij
dunne materialen.
Druk op Menu/Setup/Meting/Resolutie en kies naar behoeven 'Laag'
of 'Hoog'.
5 GRENZEN INSTELLEN
Grenzen zijn opgegeven tolerantieniveaus waarmee u metingen kunt
vergelijken met vooraf gedefinieerde waarden. De Elcometer 307 kan
wel 40 vooraf geprogrammeerde grenzen opslaan.
®
Grenzen kunt u aanmaken op de meter of op een pc via ElcoMaster
en opslaan in het geheugen voor toekomstig gebruik. Met behulp van
®
ElcoMaster kunt u opgeslagen grenzen overzetten op andere
Elcometer 307 meters.
Elke grens kan bestaan uit een nominale waarde of doelwaarde (x) –
vereist voor 'Metingen & Differentie' – een ondergrens (
) en/of
bovengrens (
).
U kunt grenzen bepalen voor individuele metingen of wanneer u een
nieuwe groep opent, zie Sectie 5.1 en 5.2. Verschillende groepen
kunnen verschillende grenswaarden bevatten.
Aangemaakte grenzen worden opgeslagen in het metergeheugen en
kunnen later worden opgeroepen, zie Sectie 5.3.
U kunt de grenzen hernoemen en op elk gewenst moment de waarden
aanpassen, zie Sectie 5.4 en 5.5.
www.elcometer.com
nl-8