Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

OEG KSF-Pro Handbuch Seite 369

Kesselschaltfeld
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für KSF-Pro:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

Para-
Functie
meter
S6.6
WERKING VAN DE
VLOEIBARE BRAND-
STOFKETEL
S6.7
VERWARMINGSCIRC.
MET VERTRAAGD INSCH.
VAN DE KETEL
S6.8
IMPULSSCHAKELING
VAN DE POMP- BUISCOL-
LECTOREN
S6.9
ER WORDT REKENING
GEHOUDEN MET MINI-
MALE TEMPERATUUR
VAN DE COLLECTOREN
OF DE VASTE BRAND-
STOFKETEL
S6.10
FUNCTIE VAN DE CIR-
CULATIEPOMP, DE COL-
LECTOREN OF DE VASTE
BRANDSTOFKETEL
S6.11
MINIMALE WERKINGS-
GRAAD VAN DE RPM
VOOR DE POMP
S6.12
TIJD VAN HET MAXIMALE
TOERENTAL VAN DE
POMP VOOR COLLEC-
TOREN OF DE VASTE
BRANDSTOFKETEL
S6.13
INBOUWPOSITIE VAN
DE KOUDE-SENSOR
BIJ VERSCHILTHERMO-
STATEN
S6.14
WARMTEPOMP- WER-
KINGSMODUS
S6.15
WARMTEPOMP - MAX.
TOEVOER WATERTEMPE-
RATUUR
S6.16
WARMTEPOMP - HYSTE-
RESEWERKING
S6.17
WARMTEPOMP - MIN.
BUITENTEMPERATUUR
VOOR WERKING WARM-
TEPOMP
Omschrijving
Met deze instelling wordt bepaald, of het verwarmen met
de vloeibare brandstofketel met de collectoren of vaste
brandstofketel gelijktijdig functioneert of alleen met een
vertraging wanneer het verwarmen door de collectoren of
vaste brandstofketel pauzeert.
Met deze instelling wordt bepaald welke verwarmings-
circuits met vertraging worden geschakeld met de ketel
nadat het Solarsysteem geen bijdrage meer levert.
1 - Proceswater
2 - Verwarmingcircuit
3 - Proceswater en verwarmingcircuit
Een speciaal algoritme activeert kortstondig het
inschakelen van de Solarpomp. Zo ziet u de actuele
temperatuur van de collectoren. Deze methode wordt in
het bijzonder bij vacuümcollectoren toegepast. Het kan
echter ook worden toegepast bij de klassiek collectoren ,
wanneer de collectorsensor buiten de collectorbehuizing
is aangebracht.
Met deze instelling wordt bepaald, of en hoe er rekening
wordt gehouden met de minimale collectortemperatuur.
Met deze instelling wordt bepaald, of de pomp on- of
off-modus of via toerentalregeling wordt aangestuurd. De
toerentalregeling vindt plaats in 5 niveaus (40 %, 55 %, 70
%, 85 %, 100 % van het toerental).
Minimale werkingsgraad van de RPM regelaar voor de
pomp.
1- 40 % van het toerental
2- 55 % van het toerental
3- 70 % van het toerental
Wanneer aan de verschilbepaling is voldaan, schakelt
conform de tijdinstelling, de Solarpomp met maximaal ver-
mogen in. Na afloop van deze tijd start de RPM modulatie,
wanneer deze is ingeschakeld (S6.10=1).
Met deze instelling wordt bepaald, wat met de Solarpomp
wordt verwarmd of waar de koelsensor T8 van de ver-
schilthermostaat wordt geplaatst.
Met deze instelling wordt bepaald of de warmtepomp
wordt gestuurd door continue inschakeling of d.m.v.
weersinvloeden.
Hier wordt de maximale bedrijfstemperatuur van de warm-
tepomp ingesteld bij een weersgestuurde aansturing.
Hier wordt de Hysterese van de warmtepompfunctie
ingesteld.
Hier wordt de buitentemperatuur ingesteld waarbij de wer-
king van de pomp onvoorwaardelijk wordt uitgeschakeld.
369
Instelmoge-
Waarde
lijkheden
-1 - GELIJK-
TIJDIG
0 ÷ 600 MIN
VERTR. INCL.
DE KETEL
1- PROCES-
WATER
2- VERW.
CIRCUIT
3- BEIDE
0- NEE
1- JA
0- NEE
1- JA
2- JA, ALLE-
NEN BIJ HET
INSCHAKE-
LEN
0- ON/OFF
1- RPM
1- 40 %
2- 55 %
3- 70 %
5 ÷ 300 s
1- PROCES-
WATERVER-
WARMER
2- WARMTE-
BUFFER
1- ON/OFF
2- WEERSGE-
STUURD
40 ÷ 70 °C
2 ÷ 10 °C
-30 ÷ 20 °C
Handleiding onderhoudsinstellingen
120
1
0
2
1
1
20
1
2
50
4
-10

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis