Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

OEG KSF-Pro Handbuch Seite 354

Kesselschaltfeld
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für KSF-Pro:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

Para-
Functie
meter
P4.7
TIJDPROGR. VOOR
PROCESWATERCIRCU-
LATIE
P4.8
BEDRIJFSTIJD VAN DE
CIRCULATIEPOMP
P4.9
RUSTTIJD VAN DE
CIRCULATIEPOMP
Instellingen voor boilers:
Para-
Functie
meter
P5.1
MINIMALE TEMPE-
RATUUR VAN DE
VLOEIBARE BRAND-
STOFKETEL
P5.2
MINIMALE TEMPERA-
TUUR VAN DE VASTE
BRANDSTOFKETEL
P5.3
MINIMALE TEMPERA-
TUUR VAN DE BOILER
Instellingen voor alternatieve energiebronnen:
Para-
Functie
meter
P6.1
INSCHAKELVERSCHIL
VAN DE COLLECTOREN
OF VAN DE VASTE
BRANDSTOFKETEL
P6.2
UITSCHAKELVERSCHIL
VAN DE COLLECTOREN
OF VAN DE VASTE
BRANDSTOFKETEL
P6.3
MINIMALE TEMP. VAN
DE COLLECTOREN OF
VAN DE VASTE BRAND-
STOFKETEL
Handleiding onderhoudsinstellingen
Omschrijving
Bepaling van het tijdprogramma voor het aansturen van
de proceswatercirculatie.
Instelling 1 betekent werking na het eerste tijdprogramma
voor proceswaterverwarming.
Instelling 2 betekent werking na het eerste tijdprogramma
voor proceswaterverwarming.
Instelling 3 betekent werking na het eerste tijdprogramma
voor proceswaterverwarming, welke nu staat ingesteld.
Instelling van de interval voor de werking van de
circulatiepomp. Na een actieve interval volgt altijd een
rustinterval.
Instelling van de rustinterval van de circulatiepomp. De
rustinterval volgt altijd op een actieve interval.
Omschrijving
Instelling van de minimale temperatuur van de vloeibare
brandstofketel.
Instelling van de minimale temperatuur van de vloeibare
brandstofketel.
Instelling tot welke temperatuur er warmte van de boiler kan
worden ontnomen.
Omschrijving
Instelling van het verschil tussen de collector of vaste brand-
stofketeltemperatuur en de proceswatertemperatuur of buf-
fervattemperatuur waarbij de Solarpomp wordt ingeschakeld.
Instelling van het verschil tussen de collector of vaste
brandstofketeltemperatuur en de proceswatertempera-
tuur of buffervattemperatuur waarbij de Solarpomp wordt
uitgeschakeld.
Instelling van de minimaal geëiste temperatuur van de zon-
necollectoren of vaste brandstofketel, waarbij de Solarpomp
zich zal inschakelen.
354
Instelmogelijk-
Waarde
heden
1- PROG. 1
2- PROG. 2
3- EVENW.
PROG.
3
0 ÷ 600 sec.
300
0 ÷ 60 min
10
Instelmoge-
Waarde
lijkheden
10 ÷ 90 °C
35
10 ÷ 90 °C
55
20 ÷ 70 °C
30
Instelmoge-
Waarde
lijkheden
5 ÷ 30 °C
12
1 ÷ 25 °C
4
10 ÷ 60 °C
35

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis