OEG KSF-Pro Handbuch Seite 361

Para- Functie
meter
S1.12 FUNCTIE VAN DE UIT-
GANG R9
S1.13 SENSORINSTELLING T1
S1.14 SENSORINSTELLING T2
S1.15 SENSORINSTELLING T3
S1.16 SENSORINSTELLING T4
S1.17 SENSORINSTELLING T5
S1.18 SENSORINSTELLING T6
S1.19 SENSORINSTELLING T7
S1.20 SENSORINSTELLING T8
Onderhoudsinstellingen voor het eerste verwarmingscircuit:
Para- Functie
meter
S2.1 INVLOED AFWIJKING
KAMERTEMPERATUUR
S2.2 INVLOED KAMERSEN-
SOR T1 OF T8
Omschrijving
Met deze instelling kan een van de functies van de relaisuit-
gang R9 worden gekozen.
1- Solar-verschilthermostaat.
2- Ketel-verschilthermostaat.
3- Circulatie van het proceswater.
4- Elektrisch verwarmingselement voor de verwarming van
het proceswater.
5- Pomp voor het mengen en verhogen van de retour in de
ketel (Bypass-pomp), hiervoor dient ook te worden ingesteld:
S1.4=9 (voor T1) of S1.5=12 (voor T8).
6- Hoofd ketelpomp.
7- output wordt gebruikt om de warmtepomp te bedienen.
Een afwijking van de weergegeven, gemeten temperatuur-
waarde van de sensor T1, kan hier worden gecorrigeerd.
Een afwijking van de weergegeven, gemeten temperatuur-
waarde van de sensor T2, kan hier worden gecorrigeerd.
Een afwijking van de weergegeven, gemeten temperatuur-
waarde van de sensor T3, kan hier worden gecorrigeerd.
Een afwijking van de weergegeven, gemeten temperatuur-
waarde van de sensor T4, kan hier worden gecorrigeerd.
Een afwijking van de weergegeven, gemeten temperatuur-
waarde van de sensor T5, kan hier worden gecorrigeerd.
Een afwijking van de weergegeven, gemeten temperatuur-
waarde van de sensor T6, kan hier worden gecorrigeerd.
Een afwijking van de weergegeven, gemeten temperatuur-
waarde van de sensor T7, kan hier worden gecorrigeerd.
Een afwijking van de weergegeven, gemeten temperatuur-
waarde van de sensor T8, kan hier worden gecorrigeerd.
Omschrijving
Instellen van de invloed van de kamertemperatuurafwijking
op de berekende aanvoertemperatuur.
Lage waarde betekent een kleinere uitwerking en hogere
waarde een grotere invloed op de regelaar.
Met deze instelling wordt bepaald, of de kamersensor T1 of
T8 op het eerste verwarmingscircuit van toepassing is.
1 Automatische werking betekent dat:
- de kamersensor invloed heeft, wanneer de kamerunit
DD2+ niet is aangesloten.
- de kamersensor geen invloed heeft, wanneer de
kamerunit DD2+ is aangesloten.
2 - de kamersensor heeft invloed.
3 - de kamersensor heeft geen invloed.
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de parameter
S1.4=1 is ingesteld.
361
Instelmoge-
lijkheden
1- KTF
2- KF2
3- CIRCU-
LATIE
4- EL. RADI-
ATOR
5- BYPASS
POMP
6- HOOFD-
POMP
7- WARMTE-
POMP
-5 ÷ 5 K
-5 ÷ 5 K
-5 ÷ 5 K
-5 ÷ 5 K
-5 ÷ 5 K
-5 ÷ 5 K
-5 ÷ 5 K
-5 ÷ 5 K
Instelmoge- Waarde
lijkheden
0,0 ÷ 3,0
1- AUTO
2- JA
3- NEE
Handleiding onderhoudsinstellingen
Waarde
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1