Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

OEG KSF-Pro Handbuch Seite 359

Kesselschaltfeld
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für KSF-Pro:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

Para-
Functie
meter
S1.5
SELECTIE VAN FUNCTIE
SENSOR T8
Omschrijving
Hiermee wordt de functie bepaald van sensor T8:
1- RF2, kamertemperatuursensor voor het tweede circuit.
2- EF2, sensor voor beveiliging van de maximale temperatuur
van de vloer voor het tweede circuit. De hoogste temperatuur
wordt met parameter S3.11. ingesteld.
3- RLF2, retoursensor van het mengcircuit 2. Activeert de be-
grenzing van het maximale verschil tussen aanvoer en retour
en daarmee het maximale vermogen van het verwarmingscir-
cuit. Het verschil wordt met parameter S3.14 ingesteld.
4 - RF1, kamertemperatuursensor voor het eerste verwar-
mingscircuit.
5 - EF1, sensor voor beveiliging van de maximale tempera-
tuur van de vloer voor het eerste circuit. De hoogste tempera-
tuur wordt met parameter S2.11. ingesteld.
6 - RLF1, retoursensor van het mengcircuit 1. Activeert de be-
grenzing van het maximale verschil tussen aanvoer en retour
en daarmee het maximale vermogen van het verwarmingscir-
cuit. Het verschil wordt met parameter S2.14 ingesteld.
7 - BF3, sensor van de proceswatercirculatie. De sensor
wordt gepositioneerd aan het uiteinde van de proceswa-
terbuis. Wanneer de regelaar een plotselinge temperatuur-
verhoging registreert, dan wordt de proceswatercirculatie
ingeschakeld. De looptijd van de pomp wordt met parameter
P4.8 ingesteld.
8 - SVS, op de ingang T1 wordt de doorstroomschakelaar
van het proceswater aangesloten. Sluit de schakelaar, dan
wordt de circulatiepomp voor proceswater door de regelaar
geactiveerd. De looptijd van de pomp wordt met parameter
P4.8 ingesteld.
9 - BF2, extra sensor in de verwarmer van het proceswater.
Aangezien deze is ingebouwd in het bovenste gedeelte van
de boiler, wordt het naverwarmen van het proceswater pas
ingeschakeld wanneer de sensor BF2 dit constateert.
10 - AGF, rookgassensor. Bedoeld voor het meten van de
rookgastemperatuur. Stijgt de temperatuur boven de waarde
S5.18 dan wordt dit op het display weergegeven.
11 - RFHP, extra kamersensor in de ruimte, waar de ver-
warmingspomp van het proceswater staat. Zolang de ruimte
warmer is dan de instelling S4.11 wordt het proceswater niet
door andere warmtebronnen verwarmd.
12 - RLKF, sensor van de retour in de ketel. De regelaar
beperkt de geoorloofde retourtemperatuur in de ketel. Dit
wordt bepaald met parameter S5.14. Voor de werking is een
hydraulische schakeling met de hoofd-circulatiepomp van
de ketel of met een Bypass – mengpomp noodzakelijk. In dit
geval dient de parameter op S4.9=4 te worden gezet.
13- AGFTK, rookgassensor voor ketel met vaste brandstof.
Regelaar blokkeert de werking van de ketel met vloeibare
brandstof als de rookgas de temperatuur overstijgt die met
parameter S5.19 ingesteld is.
359
Instelmoge-
lijkheden
1 - RF2
2 - EF2
3 - RLF2
4 - RF1
5 - EF1
6 - RLF1
7 - BF3
8 - SVS
9 - BF2
10 - AGF
11 - RFHP
12 - RLKF
13 - AGFTK
Handleiding onderhoudsinstellingen
Waarde
1

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis