Elke 50 uur
Motorolie verversen
Bougies reinigen (afb. 10 + 11 F)
Brandstofzeef reinigen
Luchtfilter reinigen (afb. 9 E)
Elke 100 uur
Deze onderhoudswerkzaamheden door een spe-
cialist of gespecialiseerde werkplaats laten uit-
voeren.
Klepspeling controleren
Brandstoftank reinigen
Brandstofleiding controleren
Onderhoudswerkzaamheden
Olieverversing, afb. 12
Vervang de motorolie na de eerste 25 bedrijfsuren,
daarna steeds na 50 uur c.q. om de drie maanden.
Motorolie bij een warme motor laten weglopen.
1.
Motor laten warmlopen.
2.
Motor uitschakelen.
3.
Een voldoende grote opvangbak voor het opvan-
gen van verbruikte olie onder de olieaftapschroef
(D) plaatsen.
4.
Voor het aftappen van de olie de olievuldop (A) en
de olieaftapschroef (D) verwijderen.
5.
Olie laten weglopen
6.
Olieaftapschroef (D) met afdichtingsschijf weer
terugplaatsen en aanhalen.
Aanbevolen motorolie in de olievulopening vullen.
Aanwijzing! Olievuldop (A) goed vastdraaien.
Aanbevolen motorolie SAE 10W-30
Vulhoeveelheid ca. 0,6 liter
Voer de verbruikte olie conform de voorschriften
in bij het plaatselijk afvalverwerkingsstation voor
verbruikte olie. Het is verboden om verbruikte olie
in de grond af te voeren of bij het afval te gooien.
Belangrijke aanwijzing bij reparatie:
Bij retourlevering voor reparatie, in acht nemen dat de
generator uit veiligheidsredenen olie- en benzinevrij
naar het servicestation moet worden verstuurd.
Brandstoffilter reinigen
Aanwijzing: Bij het benzinefilter gaat het om een filter-
beker, die zich direct onder de tankdop bevindt en alle
gevulde brandstof filtert.
• De tankdop openen.
• Het benzinefilter verwijderen en in een niet ontvlam-
baar oplosmiddel reinigen.
• Benzinefilter weer terugplaatsen.
• De tankdop sluiten.
Bougie controleren
Motor uitschakelen en laten afkoelen.
Voorzichtig! Gevaar voor brandwonden
Afhankelijk van de bougie deze reinigen of vervangen:
1.
Bougiestekker loskoppelen en vuil in het bougie-
bereik verwijderen.
2.
Bougie er uitdraaien en controleren.
3.
Bij beschadigingen zoals bijv. scheuren of splin-
ters, bougie vervangen.
4.
Bougie-elektroden met een draadborstel reinigen.
5.
Elektrodeafstand controleren en instellen.
6.
Bougie vastschroeven en met de bougiesleutel
aandraaien.
7.
Plaats de bougiestekker op de bougie.
Let op dat tijdens het vervangen geen vuil in de
cilinderkop terechtkomt.
Controleer de bevestiging van de bougie.
Een losse bougie kan door oververhitting de motor
beschadigen.
Een te strak aanhalen kan er voor zorgen dat het
schroefdraad op de cilinderkop wordt beschadigd.
Voor hieruit voortvloeiende schade kan de fabri-
kant niet aansprakelijk worden gesteld, het risico
hiervoor ligt volledig bij de gebruiker. Gebruik
uitsluitend de aanbevolen of een gelijksoortige
bougie.
Luchtfilter reinigen, afb. 13
1.
Maak de 2 klemmen (E) boven en onder in de
filterafdekking (F) los.
2.
Verwijder het filterdeksel (F)
3.
Reinig het schuimvoorfilter in een niet-ontvlam-
baar oplosmiddel.
Let op: Gebruik geen benzine of reinigingsoplos-
singen met een laag vlampunt voor het reinigen
van de luchtfiltercassettes. Dit kan tot brand of
een explosie leiden.
4.
Voorfilter uitdrukken om het oplosmiddel/zeepwa-
ter te verwijderen.
5.
Reinig het papierfilter door het uitkloppen.
6.
Uitgewassen filterelement grondig met schoon
water spoelen.
7.
Laat het filterelement grondig drogen of blaas deze
met perslucht droog.
8.
Filterafdekking (F) weer inhangen en met de 2
klemmen (E) bevestigen.
Als de motor in een zeer stoffige omgeving wordt ge-
bruikt, luchtfilter dagelijks of om de tien bedrijfsuren
reinigen.
www.scheppach.com
NL | 63