5.
Als u meerdere stukken hout met dezelfde lengte
moet zagen, kunt u de lengteaanslag (10) gebrui-
ken om de instelling bij te houden en om herhaalde
zaagsnedes met dezelfde precisie uit te voeren.
11.5 Einde van de werkzaamheden (afb. 1, 6, 7)
1.
Schakel de machine uit, zoals onder 11.1 beschre-
ven.
2.
Wacht tot het zaagblad (14) volledig tot stilstand
is gekomen.
3.
Trek de voedingsstekker uit het contact.
4.
Neen de algemene onderhoudsinstructies in acht.
5.
Zet de wip in de transportstand en borg deze met
de wipvergrendeling (5) (zie afb. 6 + 7).
12. Transport
Aanwijzing:
Zet de wip in de transportstand en borg deze met de
wipvergrendeling (5) (zie afb. 6 + 7).
12.1 Transport over een kort traject (afb. 6 - 8)
1.
Til de wipcirkelzaag aan de greep (wip) (2) op.
2.
De wipcirkelzaag kan nu met behulp van de wielen
(6) worden verplaatst.
12.2 Voertuigtransport
m WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel door een te hoog gewicht van het
product
Schakel een twee persoon in om u te helpen bij het
-
optillen van het product.
1.
Let bij het tillen van het product op het gewicht (zie
hoofdstuk 7. Technische gegevens).
2.
Schakel het product altijd uit voor transport en
koppel het los van de voeding.
3.
Draag het product altijd met ten minste twee per-
sonen.
4.
Bescherm de machine tegen schokken, stoten en
sterke trillingen, bijvoorbeeld bij het transport in
voertuigen.
5.
Beveilig de machine tegen kantelen en wegglijden.
6.
Gebruik nooit de veiligheidsvoorzieningen om de
machine te hanteren of te transporteren.
13. Elektrische aansluiting
De geïnstalleerde elektromotor is bedrijfsklaar
aangesloten. De aansluiting voldoet aan de rele-
vante VDE- en DIN-voorschriften.
66 | NL
De netaansluiting van de klant en het gebruikte
verlengsnoer moeten eveneens aan deze voor-
schriften voldoen.
Gebruik een draagbare persoonlijke bescher-
mingsschakelaar (PRCD) indien de netvoeding,
niet is voorzien van een aardlekschakelaar (RCD)
met een nominale reststroom van max. 30 mA.
De netaansluiting wordt met 16A traag beveiligd.
Defecte elektrische aansluitkabel
Bij elektrische aansluitkabels treedt vaak schade aan
de isolatie op.
Mogelijke oorzaken zijn:
• Drukpunten, als aansluitkabels door venster- of
deuropeningen worden geleid.
• Knikken door een onvakkundige bevestiging of ge-
leiding van het netsnoer.
• Snijplekken omdat over het netsnoer is gereden.
• Beschadigde isolatie omdat de stekker uit de wand-
contactdoos is getrokken.
• Scheuren door veroudering van de isolatie.
Dergelijke defecte elektrische aansluitkabels mogen
niet worden gebruikt en zijn levensgevaarlijk als de iso-
latie is beschadigd.
Controleer de elektrische aansluitkabels regelmatig op
schade. Let erop dat bij het controleren het netsnoer
niet op het stroomnet is aangesloten.
Elektrische aansluitkabels moeten aan de relevante
VDE- en DIN-voorschriften voldoen. Gebruik alleen
netsnoeren met de aanduiding H07RN-F.
Op de aansluitkabel moet de type-aanduiding vermeld
staan.
Driefasige motor 400 V 3 ~ / 50 Hz
Netspanning 400 V 3N ~ / 50 Hz
Netaansluiting en het verlengsnoer moeten 5-aderig
zijn = 3 ~ + N + PE.
• Verlengsnoeren moeten een minimumdoorsnede
hebben van 1,5 mm² (≤ 25 m).
• Verlengsnoeren moeten een minimumdoorsnede
hebben van 2,5 mm² (> 25 m).
Let op!
Draairichting controleren (afb. 9)
• Driefasige motoren moeten bij opnieuw aansluiten of wij-
ziging in locatie op draairichting worden gecontroleerd.
Eventueel moet de draairichting worden gewijzigd.
www.scheppach.com