3.
Fixeer de wipverlenging (13) met de stergreep-
schroef (12).
10. Voor de ingebruikname
• Zorg ervoor dat de machine bij het opstellen goed
op een stevige ondergrond staat. De standaards
mogen niet in de lucht hangen.
• De werkplek moet goed verlicht zijn.
• Rondom de machine mag geen struikelgevaar zijn.
• Controleer de wip. Deze moet na het losmaken van
de wipvergrendeling (5) zelfstandig in de uitgangs-
positie terugkeren. (afb. 5)
• Neem de veiligheidsinstructies in acht.
• Alle beschermings- en hulpvoorzieningen moeten
zijn gemonteerd.
• Controleer of het zaagblad (14) goed past en de
juiste looprichting heeft.
• Voer een functiecontrole voor aanvang van de werk-
zaamheden uit.
• De zaag is uitsluitend ontworpen voor het afkorten
van brandhout met een lengte van max. 1 meter.
• Ongeacht de diameter van het hout, mag slechts één
stuk met min. Ø 30 mm op de wip worden geplaatst.
• Het te zagen hout mag niet met de hand worden
gefixeerd.
• Voer ombouw-, instellings-, meet- en reinigings-
werkzaamheden uitsluitend uit bij uitgeschakelde
motor. Wacht tot het roteren de gereedschap stil-
staat en trek de voedingsstekker los.
11. Bediening / werkinstructies
m LET OP!
Het apparaat moet voor de ingebruikname volledig
zijn gemonteerd!
De wipcirkelzaag biedt u de hoogste mate aan vei-
ligheid door een gesloten zaaggebied.
11.1 Aan/uit-schakelaar (afb. 1)
1.
Om de zaag in te schakelen, drukt u op de "I"-toets
van de aan/uit-schakelaar (8). Wacht met zagen
tot het zaagblad (14) zijn maximale toerental heeft
bereikt.
2.
Om de zaag uit te schakelen, drukt u op de
"0"-toets van de aan/uit-schakelaar (8).
11.2 Overbelastingsbeveiliging
Bij overbelasting van de motor schakelt deze vanzelf
uit. Na een afkoeltijd (deze tijd is verschillend) kan de
motor weer worden ingeschakeld.
1.
Laat de machine afkoelen.
2.
Schakel de machine weer in zoals beschreven on-
der 11.1.
11.3 Zaagproces (afb. 1)
m Let op! Bij gebogen hout moet de gebogen kant
uitgelijnd zijn met de sleuf van het zaagblad om te
voorkomen dat het hout omvalt en vastloopt tijdens het
zagen, wat schade aan de zaag kan veroorzaken.
1.
Schakel de machine in, zoals onder 11.1 beschreven.
2.
Klap de beschermkap open met de greep (be-
schermkap) (1).
3.
Leg het te zagen product in de toevoerwip (3).
4.
Sluit de beschermkap. Aanwijzing: Het zaagpro-
ces kan alleen worden gestart met een gesloten
beschermkap.
5.
Zwenk de wip met de greep (wip) (2) en de greep
(beschermkap) (1) naar het zaagblad (14) en zaag
het te zagen product door. Aanwijzing: Oefen
tijdens het zagen slechts zo veel druk uit op het
zaagblad dat het toerental stabiel blijft.
6.
Zwenk de wip terug en open de beschermkap.
m Let op!
• Laat de machine niet onbeheerd achter tijdens het
gebruik.
• Als u de werkzaamheden onderbreekt, schakelt u
de machine uit en trekt u de voedingsstekker los.
11.4 Lengteaanslag instellen (afb. 5)
Een lengteaanslag bij een wipcirkelzaag wordt gebruikt
om de lengte van het te zagen stuk hout nauwkeurig
te bepalen en om herhaalde identieke zaagsnedes te
waarborgen.
1.
Draai de stergreepschroef (11) los om de lengte-
aanslag (10) vrij te kunnen uittrekken.
2.
Schuif de lengteaanslag (10) langs het geleideblad
om de gewenste zaaglengte in te stellen.
3.
Zodra de gewenste zaaglengte is ingesteld, fixeert
u de lengteaanslag (10) door de stergreepschroef
(11) weer aan te trekken.
4.
Leg het stuk hout tegen de lengteaanslag (10) en
voer een zaagsnede uit. De lengteaanslag (10)
dient als referentiepunt om te waarborgen dat de
zaagsnede exact op de ingestelde positie wordt
uitgevoerd.
www.scheppach.com
NL | 65