F&P Airvo 3 Bedienungsanleitung Seite 367

Nederlands
G - 46 | Airvo 3 - GEBRUIKERSHANDLEIDING
Pulsoxymetrie
Specificaties zijn in een tabel opgenomen voor de Airvo 3 en alle compatibele sensors, tenzij anders aangegeven.
Nonin:
Periode voor gegevensupdate
Golflengten en uitvoervermogen van metingen*
SpO -nauwkeurigheid (A
**
2 rms
Geen beweging
Herbruikbaar
8000AX-reeks:
800XJ-reeks:
8000SX-reeks:
8000R:
8000Q2:
Wegwerpbaar
6000CX-reeks:
7000X-reeks:
Beweging
Herbruikbaar
8000AX-reeks:
800XJ-reeks:
8000SX-reeks:
Lage doorbloeding****
Nauwkeurigheid van polsfrequentie
Geen beweging (18–300 bpm)
Herbruikbaar
8000AX-reeks:
800XJ-reeks:
8000SX-reeks:
8000R:
8000Q2:
Wegwerpbaar
6000CX-reeks:
7000X-reeks:
Beweging (40–240 bpm)
Herbruikbaar
8000AX-reeks:
800XJ-reeks:
8000SX-reeks:
Lage perfusie (40–240 bpm)****
* Deze informatie is bijzonder nuttig voor clinici die fotodynamische therapie uitvoeren.
± 1 A
** vertegenwoordigt ongeveer 68% van metingen.
rms
*** Omvat zuigelingpatiënten
**** Is niet van toepassing bij de sensors die vermeld zijn als n.v.t. onder de kolom voor pasgeborenen, 8000R en 8000Q2
Opmerkingen:
• Nauwkeurigheidstesten voor SpO
met lichte tot donkere huidskleur tijdens omstandigheden met en zonder beweging in een onafhankelijk onderzoekslaboratorium. De gemeten
waarde voor arteriële hemoglobinesaturatie (SpO
bepaald door middel van bloedmonsters met een co-oxymeter van het laboratorium. De nauwkeurigheid van de sensors in vergelijking met
de co-oxymetermonsters werd gemeten over het SpO
kwadratisch gemiddelde (Arms-waarde) voor alle proefpersonen, in overeenstemming met ISO 80601-2-61, voorheen ISO 9919, Standaard
specificatie voor pulsoxymeters voor nauwkeurigheid.
• Bewegingstesten met de polsfrequentie meet de nauwkeurigheid van de polsfrequentie met de simulatie van bewegingsartefacten
geproduceerd door een pulsoxymetertester. Deze test bepaalt of de oxymeter voldoet aan de criteria van ISO 80601-2-61, voorheen ISO 9919,
voor polsfrequentie gedurende een gesimuleerde beweging, een tremor of bewegingspieken.
• Testen voor lage perfusie gebruiken een SpO
op verscheidene SpO -niveaus. De module moet nauwkeurigheid behouden in overeenstemming met ISO 80601-2-61, voorheen ISO 9919,
2
voor polsfrequentie en SpO
2
<30 s.
Rood: 660 nanometer @ 0,8 mW max. gemiddeld
Infrarood: 910 nanometer @ 1,2 mW max. gem.
(met gebruik van de Nonin Purelight®-sensor)
) 70 tot 100%
Volwassenen/pediatrie***
± 2 cijfers
± 3 cijfers
± 2 cijfers
± 3 cijfers
± 3 cijfers
± 2 cijfers
± 2 cijfers
± 2 cijfers
± 3 cijfers
± 3 cijfers
± 2 cijfers
Volwassenen/pediatrie***
± 3 cijfers
± 3 cijfers
± 3 cijfers
± 3 cijfers
± 3 cijfers
± 3 cijfers
± 3 cijfers
± 5 cijfers
± 5 cijfers
± 5 cijfers
± 3 cijfers
zijn uitgevoerd gedurende geïnduceerde hypoxie-onderzoeken bij gezonde, niet-rokende proefpersonen
2
) van de sensors werd vergeleken met de waarde voor arteriële hemoglobinezuurstof (SaO
2
-bereik van 70–100%. Nauwkeurigheidsgegevens zijn berekend met gebruik van het
2
-simulator om een gesimuleerde polsfrequentie te leveren, met aanpasbare amplitude-instellingen
2
bij de laagst haalbare polsamplitude (0,3% modulatie).
Pasgeborenen
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
± 3 cijfers
± 3 cijfers
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
± 3 cijfers
Pasgeborenen
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
± 3 cijfers
± 3 cijfers
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
± 3 cijfers
),
2