Herunterladen Diese Seite drucken

F&P Airvo 3 Bedienungsanleitung Seite 359

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 162
Nederlands
G - 38 | Airvo 3 - GEBRUIKERSHANDLEIDING
Metingen en status van pulsoxymetrie worden als volgt weergegeven:
Pulsoxymetrie is
aangesloten op de Airvo 3,
maar de sensor is niet op
een patiënt bevestigd.
Tik op de pulsoxymetrie-tegel om het scherm Pulsoxymetrie te openen.
% SpO
2
Instelling hoog/laag-alarm
Waarschuwingen
Nonin:
De Nonin Xpod USB-connector is ontworpen om het percentage aan arteriële zuurstofsaturatie van functionele
hemoglobine te bepalen. Factoren die mogelijk de prestatie van pulsoxymetrie of de nauwkeurigheid van de
meting kunnen beïnvloeden, zijn onder andere:
• Overmatig omgevingslicht
• Overmatige beweging
• Elektrochirurgische interferentie
• Verhoogde niveaus van dyshemoglobine
• Hulpmiddelen die de bloedstroom beperken
(arteriële katheters, bloeddrukmanchetten,
infusielijnen, etc.)
• Vocht in de sensor
• Onjuist aangebrachte sensor
• Onjuist type sensor
• Slechte polskwaliteit
Verlies van bewaking kan resulteren als objecten de polsmeting hinderen. Zorg dat er geen beperkingen zijn voor
de bloedstroom (bijv. bloeddrukmanchet) die de polsmetingen kunnen hinderen.
De oxymetersensor werkt mogelijk niet op koude extremiteiten vanwege verminderde circulatie. Verwarm of wrijf
de vinger om circulatie toe te laten nemen, of verplaats de sensor.
Onjuiste metingen kunnen resulteren vanwege residu (bijv. opgedroogd bloed) in het lichtpad of degradatie van
optische eigenschappen van de sensoronderdelen. Raadpleeg de reinigingsinstructies die bij de pulsoxymetrie-
accessoires zijn geleverd.
Foutief hoge metingen kunnen resulteren als SpO₂ laag is vanwege disfunctionele hemoglobine
(bijv. carboxyhemoglobine of methemoglobine).
Lees de instructies die bij de pulsoxymetrie-accessoires zijn geleverd voor aanvullende veiligheidsinformatie
(inclusief mogelijke risico's of nadelige eff ecten van sensormaterialen), selectie van meetlocaties, gedetailleerde
sensorconfi guratie, maximale sensortoepassingstijd op één locatie voor herpositionering, levensduur van de kabel,
levensduur van de sensor, factoren die de meting, problemen oplossen en onderhoudsinstructies kunnen verstoren.
Een slechte signaalkwaliteit
kan onnauwkeurige
Polsfrequentie
metingen veroorzaken
(zie sectie 7 voor
problemen oplossen).
Polsfrequentie
SpO
2
Hoge/lage SpO
2
Alarmdrempel
('--' indien
uitgeschakeld)
SpO
plethysmogram
2
Open de pagina
Pulsoxymeteralarmen
en -instellingen
• Veneuze pulsaties
• Anemie of lage concentraties hemoglobine
• Cardiogroen of andere intravasculaire
kleurstoff en
• Carboxyhemoglobine
• Methemoglobine
• Disfunctionele hemoglobine
• Kunstnagels of nagellak
• Een sensor die niet op hartniveau is

Werbung

loading