Herunterladen Diese Seite drucken

F&P Airvo 3 Bedienungsanleitung Seite 363

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 162
Nederlands
G - 42 | Airvo 3 - GEBRUIKERSHANDLEIDING
9.5
Alarm- en meetinstellingen
De alarmdrempels en instellingen voor pulsoxymetrie wijzigen:
1. Tik op
om het systeemmenu te openen.
2. Selecteer Pulsoxymeteralarmen en -instellingen.
3. Tik op de gewenste instelling, scrol indien nodig.
4. Gebruik de +/--knoppen om de vereiste waarde te selecteren.
5. Tik op Bevestigen om de wijziging toe te passen of op Annuleren
om eventuele wijzigingen ongedaan te maken en terug te keren naar
de instellingenlijst.
Tik op Vorige om terug te keren naar het startscherm wanneer u klaar bent
met het doorvoeren van wijzigingen.
Alle instellingen zijn persistent en behouden hun vorige waarde wanneer
de Airvo 3 wordt ingeschakeld en Dezelfde patiënt wordt geselecteerd.
Als u Nieuwe patiënt selecteert bij het bekijken van de desinfectiestatus,
worden de standaardwaarden voor de beoogde klinische omgeving toegepast
op alle alarm- en metinginstellingen.
Raadpleeg het hoofdstuk Problemen oplossen voor het oplossen van
problemen met SpO
-metingen en algemene apparaatalarmen.
2
Label
Beschrijving
Low SpO
-alarm
1, 2
Drempelwaarde voor laag SpO
2
Hoog SpO
-alarm
Drempelwaarde voor hoog SpO
2
2
SpO
-alarmvertraging Vertraging voor hoorbaar laag SpO
2
Gemiddelde tijd
Het aantal pulsen om een gemiddelde over te nemen
De minimumdrempel kan worden ingesteld wanneer het apparaat wordt ingesteld voor de beoogde klinische omgeving.
1.
Raadpleeg de technische handleiding van de Airvo 3 voor details.
De hoge alarmdrempel kan niet onder de lage alarmdrempel worden ingesteld.
2.
De alarmdrempel kan in stappen van 1% worden gewijzigd.
3.
Waarschuwing
Het gebruik van verschillende alarminstellingen op apparaten binnen één gebied, zoals een intensive care-afdeling,
kan gevaar opleveren.
Voorzichtig
Het instellen van extreme alarmdrempels kan alarmen nutteloos maken en kan leiden tot letsel bij de patiënt.
Inspecteer het gebied van sensortoepassing ten minste elke 6 tot 8 uur om juiste sensoruitlijning en huidintegriteit te verzekeren.
De gevoeligheid van de patiënt kan variëren afhankelijk van medische status of huidaandoening. Stop met gebruik van klevende
plaksensors als de patiënt een allergische reactie heeft op het kleefmateriaal.
Waarschuwingen
Verplaats de sensor regelmatig om ischemie te voorkomen.
Als een meting twijfelachtig lijkt, controleer dan eerst de vitale functies van de patiënt op een andere manier. Controleer
vervolgens of de USB-connector, adapter en sensor van de pulsoxymeter en Airvo 3 goed werken.
-alarm
2
-alarm
2
- of hoog SpO
-alarm
2
2
Fabrieksinstelling
Bereik
85%
1–98%
Uit
Uit, 2–99%
15 seconden
0, 5, 10, 15 seconden
8 slagen
4 of 8 slagen
2
1
3
5
4
3
3

Werbung

loading