F&P Airvo 3 Bedienungsanleitung Seite 354

8. Herverwerken
Standaard aseptische technieken moeten worden gevolgd om besmetting tot een minimum te beperken bij het hanteren van de Airvo 3
en accessoires. De patiëntinterface, verwarmde beademingsslang, waterkamer en uitlaatelleboog kunnen tijdens gebruik vervuild raken.
Zo snel mogelijk na gebruik van de Airvo 3:
1. Verwijder de accessoires voor eenmalig gebruik van de Airvo 3 en gooi ze weg in overeenstemming met de lokale wetten,
voorschriften en ziekenhuisprotocollen voor het weggooien van besmette producten.
– Knijp in de zijkanten van de beademingsslang-connector en til hem op om deze van de Airvo 3 te verwijderen.
– Pak de poortadapter vast en trek de waterkamer weg van de Airvo 3 om deze te verwijderen.
2. Herverwerk de behuizing van het Airvo 3-apparaat volgens de instructies in sectie 8.1.
3. Reinig en desinfecteer op hoog niveau de uitlaatelleboog volgens de instructies in sectie 8.2.
4. Vervang accessoires binnen de maximale gebruiksperiode zoals aangegeven in sectie 8.3 (vervangingsschema voor accessoires).
5. Reinig en desinfecteer de pulsoxymetrie-accessoires (waaronder herbruikbare sensors) in overeenstemming met de instructies van
de fabrikant.
Waarschuwingen
Reinig en/of desinfecteer de Airvo 3 niet terwijl deze door een patiënt wordt gebruikt.
Dompel de Airvo 3 en accessoires daarvan niet onder in een reinigingsvloeistof en probeer deze niet te steriliseren met een
autoclaaf, bestraling, stoom, gas, etheenoxide of welke andere methode dan ook. Hierdoor wordt het apparaat ernstig beschadigd.
8.1 De behuizing van de Airvo 3 herverwerken
8.1.1 Reinigen
Apparatuur
• Mild reinigingsmiddel
• Schone, vochtige, pluisvrije doeken
• Beschermende handschoenen
Reinigingsinstructies
1. Meng een oplossing van warm water en een mild afwasmiddel (raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het afwasmiddel).
2. Bevochtig een schone doek met de reinigingsoplossing.
3. Veeg alle buitenoppervlakken van het apparaat (inclusief de uitlaatelleboog) ten minste één minuut grondig af om zichtbaar vuil
te verwijderen. Gebruik de hoek/rand van de doek om alle spleten van het apparaat te reinigen.
Spoelen
4. Bevochtig een schone doek met kraanwater.
5. Veeg alle buitenoppervlakken van het apparaat grondig af met de vochtige doek om eventuele resten van het desinfectiemiddel
te verwijderen.
Drogen
6. Veeg alle buitenoppervlakken van het apparaat grondig af met een droge doek totdat het zichtbaar droog is.
7. Laat het apparaat aan de lucht drogen tot het volledig droog is.
Airvo 3 - GEBRUIKERSHANDLEIDING | G - 33
Nederlands