Herunterladen Diese Seite drucken

F&P Airvo 3 Bedienungsanleitung Seite 325

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 162
Nederlands
G - 4 | Airvo 3 - GEBRUIKERSHANDLEIDING
1. Inleiding
De Airvo 3 is ontworpen om Optiflow™ high flow-therapie te geven aan spontaan ademende patiënten.
Een blower in de Airvo 3 voert stromen kamerlucht van 2–70 L/min mee, die kan worden gemengd met zuurstof uit bronnen onder
hoge druk (zoals wandtoevoer of flessen) of bronnen met lage druk (zoals flowmeters). Het lucht-zuurstofmengsel wordt vervolgens
opgewarmd en bevochtigd in de waterkamer, voordat het door de verwarmde beademingsslang naar een neus-, tracheotomie- of
maskerpatiëntinterface wordt getransporteerd.
De Airvo 3 wordt gevoed door netstroom, met interne batterijback-up om continuïteit van de therapie te bieden tijdens transport
binnen het ziekenhuis.
1.1
Beoogd gebruik/indicaties voor gebruik
De Airvo 3 is bedoeld voor de behandeling van spontaan ademende patiënten die baat zouden hebben bij het ontvangen van verwarmde
en bevochtigde high-flow ademhalingsgassen. Dit is inclusief patiënten bij wie de bovenste luchtwegen zijn gepasseerd. Afhankelijk van
de patiëntinterface kan de flow 2–70 L/min bedragen. De Airvo 3 is bedoeld voor patiënten in ziekenhuizen en subacute instellingen.
De Airvo 3 kan in een ziekenhuisomgeving deze gassen met high-flow door een neuscanule toedienen om de ademhaling te versterken
van spontaan ademende pasgeborenen, zuigelingen, kinderen, adolescenten en volwassen patiënten die lijden aan ademnood en/of
hypoxemie. De Airvo 3 is niet bedoeld om in de totale ventilatiebehoefte van de patiënt te voorzien en is niet bedoeld voor gebruik
tijdens transport buiten de instelling.
1.2
Contra-indicaties
Contra-indicaties zijn therapiespecifiek. Raadpleeg de instructies van de patiëntinterfaces en/of slangen- en kamersets voor
therapiespecifieke contra-indicaties.
1.3
Bijwerkingen
Bijwerkingen hangen samen met de specifieke therapie. Raadpleeg de instructies van de patiëntinterfaces en/of slangen- en kamersets
voor therapiespecifieke bijwerkingen.
2. Veiligheidsinformatie
De Airvo 3 en accessoires mogen alleen door, of onder toezicht van, gekwalificeerd personeel gebruikt worden. Lees deze handleiding
en de gebruiksaanwijzing die bij alle accessoires wordt geleverd (in het bijzonder alle waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en
opmerkingen) voordat u het apparaat gebruikt.
2.1
Algemeen
Waarschuwingen
• De Airvo 3 is niet bestemd voor ondersteuning van vitale lichaamsfuncties. Gebruik de Airvo 3 niet bij patiënten die geen korte
onderbreking van therapie kunnen verdragen.
• Toepasselijke patiëntbewaking is vereist voor alle patiënten die de Airvo 3 gebruiken.
• Toediening van ademgas via de neus genereert een positieve luchtwegdruk. In gevallen waarin positieve luchtwegdruk een negatieve
invloed op een patiënt kan hebben, moet dit in overweging genomen worden. Om ernstig letsel te voorkomen, moet de patiënt goed
worden gecontroleerd op risicofactoren voor luchtweg- en longdrukletsel.
• Iedereen die verbruiksartikelen voor de patiënt, accessoires of reserveonderdelen op de Airvo 3 aansluit, is verantwoordelijk voor
de compatibiliteit van het apparaat en die verbruiksartikelen voor de patiënt, accessoires en/of reserveonderdelen.
• Gebruik geen verbruiksartikelen voor de patiënt, accessoires of reserveonderdelen die niet in deze gebruikershandleiding of de technische
handleiding van de Airvo 3 vermeld staan. Incompatibele verbruiksartikelen, onderdelen of accessoires kunnen van invloed zijn op de
kwaliteit van de therapie, de patiënt schaden, elektromagnetische immuniteit verminderen of elektromagnetische emissie vergroten.
• Gebruik alleen patiëntinterfaces, verwarmde beademingsslangen, waterkamers en filters die in deze handleiding worden
gespecificeerd om ontkoppeling tijdens gebruik te voorkomen, vooral bij het verplaatsen van de Airvo 3.
• Gebruik geen antistatische of elektrisch geleidende tubes of slangen met de Airvo 3.
• Sluit de Airvo 3 niet aan op de batterij van een op een batterij werkende rolstoel, dit kan de prestaties van het apparaat en de geleverde
therapie nadelig beïnvloeden.
• Leid accessoires, snoeren en kabels, inclusief de beademingsslang, zorgvuldig om de kans op verstrikking of wurging van de patiënt
te verkleinen.
• Inspecteer de Airvo 3 en accessoires vóór gebruik visueel en vervang ze als ze beschadigd of vermoedelijk beschadigd zijn. Het gebruik
van een beschadigd apparaat of accessoires kan de prestaties nadelig beïnvloeden en/of de veiligheid in gevaar brengen.

Werbung

loading