Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Deactivering Van De Functies Die Zijn Toegekend Aan De Ingang; Instelling Functie Externe Vlotter; Instelling Functie Ingang Hulpdruk - DAB PWM 203 Installations- Und Wartungsanleitungen

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 175
Algemene activering van de inverter via extern signaal (NC) +
8
Reset van de herstelbare blokkeringen
9
Reset van de herstelbare blokkeringen NO
10
Ingang lagedruksignaal NO, automatisch en handmatig herstel
11
Ingang lagedruksignaal NC, automatisch en handmatig herstel
12
Lagedrukingang NO alleen handmatig herstel
13
Lagedrukingang NC alleen handmatig herstel
6.6.13.1

Deactivering van de functies die zijn toegekend aan de ingang

Door 0 in te stellen als configuratiewaarde van een ingang, zal iedere aan de ingang gekoppelde functie gedeactiveerd zijn,
onafhankelijk van het signaal dat aanwezig is op de klemmen van de ingang zelf.
6.6.13.2

Instelling functie externe vlotter

De externe vlotter kan op een willekeurige ingang worden aangesloten, voor de elektrische aansluitingen zie paragraaf 2.2.4.2. U
verkrijgt de functie vlotter door op de parameter INx horend bij de ingang waarmee de vlotter is verbonden; één van de waarden in te
stellen van de Tabel 23.
De activering van de functie voor de externe vlotter genereert de blokkering van het systeem. De functie is bestemd om de ingang te
verbinden met een signaal dat afkomstig is van een vlotter die signaleert dat er geen water is.
Wanneer deze functie actief is, wordt het symbool F1 weergegeven op de STATUS-regel van de hoofdpagina.
Het systeem zal pas blokkeren en de fout F1 signaleren nadat de ingang tenminste 1sec. lang geactiveerd is geweest. Wanneer
men in de foutconditie F1 is, moet de ingang tenminste 30 seconden gedeactiveerd zijn geweest voordat het systeem uit de
blokkering komt. Het gedrag van de functie is beschreven in Tabel 23.
Wanneer er meerdere vlotterfuncties tegelijkertijd op verschillende ingangen geconfigureerd zijn, zal het systeem F1 signaleren
wanneer er tenminste één functie geactiveerd wordt en het alarm opheffen wanneer er geen enkele functie geactiveerd is.
Waarde
Parameter
INx
1
2
6.6.13.3

Instelling functie ingang hulpdruk

Als men de stromingsensor niet gebruikt (FI=0) en FZ gebruikt wordt volgens de modaliteit met minimumfrequentie (FZ ≠
0), zijn de hulp-setpoints gedeactiveerd.
Het signaal dat een hulp-setpoint activeert, kan aan willekeurig welke van de 4 ingangen worden geleverd (voor de elektrische
aansluitingen, zie paragraaf 2.2.4.2). U verkrijgt de functie voor het hulp-setpoint door de parameter INx horend bij de ingang waarop
de aansluiting is verricht in stellen, in overeenstemming met
systeem van de druk SP (zie par. 6.3) bij de druk Pi. Voor de elektrische aansluitingen, zie paragraaf 2.2.4.2) waar i voor de gebruikte
ingang staat. Op deze manier zullen naast SP nog vier andere drukwaarden P1, P2, P3, P4 beschikbaar komen.
Wanneer deze functie actief is, wordt het symbool Pi weergegeven op de STATUS-regel van de hoofdpagina.
Het systeem kan alleen met hulp-setpoints werken als de ingang tenminste 1 sec. actief is geweest.
Wanneer men met hulp-setpoints werkt, moet, om weer met de setpoint SP te gaan werken, de ingang tenminste 1sec. niet actief
zijn geweest. Het gedrag van de functie is beschreven in Tabel 24.
Wanneer er meerdere hulpdrukfuncties tegelijkertijd op verschillende ingangen geconfigureerd zijn, zal het systeem Pi signaleren
wanneer er tenminste één functie geactiveerd wordt. Voor gelijktijdige activeringen zal de gerealiseerde druk de laagste druk zijn van
de drukwaarden met actieve ingang. Het alarm wordt opgeheven wanneer er geen enkele ingang geactiveerd is.
Tabel 22: Configuratie van de ingangen
Gedrag van de functie externe vlotter in functie van INx en van de ingang
Configuratie
Status ingang
ingang
Actief met hoog
signaal op de ingang
(NO)
Actief met laag
signaal op de ingang
(NC)
Tabel 23: Functie externe vlotter
NEDERLANDS
Werking
Afwezig
Normaal
Blokkering van het systeem
wegens door externe vlotter
Aanwezig
gesignaleerd ontbreken van
Blokkering van het systeem
wegens door externe vlotter
Afwezig
gesignaleerd ontbreken van
Aanwezig
Normaal
Tabel 24. De hulpdrukfunctie verandert het setpoint van het
397
F3
F4
F4
F4
F4
Weergave op
display
Geen
water
water
Geen
F1
F1

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis